Herhalingsles hv1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Herhalingsles hv1

Kies het juiste meervoud van het woord tante

1. tantes
2. tante's

Kies het juiste meervoud van het woord filosofie

1. filosofien
2. filosofieën
3. filosofiën
4. filosofies

Kies het juiste meervoud van het woord havik

1. Haviken
2. Havikken
3. Haviks

Kies het juiste meervoud van het woord catalogus

1. Catalogussen
2. Catalogi
3. Catalogie
4. Catalogiën

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord
Een (krachtig) akkoord

1. Krachtig
2. Krachtige

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.
De (verrotten) appels.

1. Verrotten
2. Verrote
3. Verrotte
4. Verotte

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.
Het (nerveus) hondje.

1. Nerveuze
2. Nerveuse
3. Nerveus

Wat is de persoonsvorm?
Vind je dat geen goede grap?

1. Vind
2. je
3. dat
4. goede grap

Waar of niet waar:
een zwak werkwoord verandert in de verleden tijd van klank

1. Waar
2. Niet waar

Wat is het juiste voltooid deelwoord?
Het is gisteren gebeurt/gebeurd

1. Gebeurt
2. Gebeurd

Is het eerste werkwoord voltooid of onvoltooid?
Strompelend bereikten we de finish.

1. Voltooid
2. Onvoltooid

Is het tweede werkwoord voltooid of onvoltooid?
Het heeft de hele dag gesneeuwd.

1. Voltooid
2. Onvoltooid

Kies het juiste Engelse werkwoord.
Het bestand is geüploaded / geüpload

1. Geüploaded
2. Geüpload

Kies het juiste Engelse werkwoord.
Zij strest / stresst altijd voor toetsen.

1. Strest
2. Stresst

Welke samenstelling is fout?

1. Zonneschijn
2. Berensterk
3. Reuzeperzik
4. Keuzestress

Kies de juiste samenstelling

1. Levensstijl
2. Levenstijl

Met een hoofdletter of niet?
Kies het juiste woord.

1. Januari
2. januari

Met een hoofdletter of niet?
Kies het juiste woord.

1. Bevrijdingsdag
2. bevrijdingsdag

Met een hoofdletter of niet?
Kies het juiste woord.

1. Kerstvakantie
2. kerstvakantie

Welke is juist?

1. Wat, heb je echt...?!
2. Wat, heb je echt...!?