This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
deze overgang gaat van warm naar koud!
A
condenseren
B
vervluchtigen
C
verdampen
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Iets gaat van vloeibaar naar gas
A
bevriezen of stollen
B
bevriezen
C
rijpen
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
vannacht is er rijp aan de bomen gekomen.
A
van gas naar vast
B
van vloeibaar naar gas
C
van vast naar vloeibaar
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
opdr 8b. Sneeuw vervluchtigtonder de 0 graden celsius. In welke fase is het nu ?
A
vast
B
gas
C
vloeibaar
Slide 10 - Quiz
6a blz 86 Als natte kleren aan de waslijn drogen?
A
bevriezen
B
verdampen
C
condenseren
Slide 11 - Quiz
6 c Als ruiten van je auto beslaan
A
condenseren
B
rijpen
C
bevriezen
Slide 12 - Quiz
6e Als een glas ijskoud water aan de buitenkant beslaat?
A
condenseren
B
bevriezen
C
verdampen
Slide 13 - Quiz
7a en b Als brillen glazen binnen beslaan, hoe komt dat dan?
Slide 14 - Open question
Ligt een smeltpunt altijd gelijk?
Slide 15 - Slide
maken 2.3 en opdracht smeltpunt
opdr 3,5, 9, 11, 12 en 13
Maak foto's van 7 verschillende stoffen. Welke heeft een smeltpunt met de hoogste temperatuur? Zet ze op de juiste volgorde. En wat is de fase waarin het op de foto staat.