AEV7 15.04.2025

• Anders
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom!

15.04.2025

Planning

• Nieuws
• Verder les 1
• Koningsdag 

Les 1

Taalwijzer vraagwoorden

Welke vraagwoorden ken je al?

Taalwijzer

• Hoe kun je een vraag stellen?
• Met een vraagwoord. 
• Voorbeeld?
• Met een werkwoord vooraan.
• Voorbeeld?
• Je vraagt om extra bevestiging met je vraag.
• Voorbeeld?

.... kom je vandaag?

1. Wat
2. Wie
3. Hoe
4. Waar

..... is jouw buurman?

1. Wie
2. Wat
3. Waarom
4. Hoe

is jouw naam?

1. Waarom
2. Hoeveel
3. Wanneer
4. Wat

..... ga je naar school?

1. Wie
2. Wat
3. Wanneer
4. Hoeveel

...... leer je Nederlands?

1. Waarom
2. Wie
3. Wat
4. Hoe

..... is je beroep?

1. Hoe
2. Wat
3. Wie
4. Wanneer

...... lang woon je in Nederland?

1. Hoe
2. Wanneer
3. Welke
4. Wie

... je familie in Nederland?

1. woont
2. wonen
3. woon
4. woond

... je graag naar een restaurant?

1. eet
2. maak
3. doe
4. ga

... je getrouwd?

1. zijn
2. kom
3. ben
4. laat

Les 1

• Maak opdracht 3
• Bespreken

Les 1

• Maak tweetallen
• Bekijk opdr. 4
• Een cursist vertelt iets over zichzelf
• De andere cursist luistert
• Klaar? Draai de rollen om

Les 1

• Maak tweetallen
• Bekijk opdr. 5
• Bekijk samen de situatie 
• Oefen het gesprek
• Klaar? Draai de rollen om  

Les 1

• Lees de tekst van opdracht 6
• Ga met een andere cursist in gesprek
• Schrijf de informatie op
• Controleer samen

Les 1

• Bekijk opdracht 7 
• Waar gaat de opdracht over?
• Wat kun je op een kaart schrijven als iemand is overleden?
• Tip: bekijk de tekst uit opdracht 1
• Schrijf in tweetallen een kaartje
• Bespreken

Les 1

• Bekijk opdr. 8
• Bekijk het formulier 
• Vul het formulier in over jezelf 

Les 1

• Maak tweetallen
• Bekijk jullie teksten
• Wat is anders? Wat is hetzelfde?
• Is de tekst goed?  

Les 1

• Pak een papier 
• Je gaat je medecursisten interviewen
• Schrijf vragen op 
• Loop door de klas
• Schrijf de antwoorden op
• Bespreken

Koningsdag

Koningsdag

Wat is Koningsdag?

Leestekst Koningsdag

Feestdagen in jouw land

Zinnen schrijven

• Pak de woordenlijst
• Schrijf een aantal zinnen op
• Gebruik woorden uit de woordenlijst 

Schrijfopdracht