Engels house vocabulary

• Engels
• Basisschool
• Groep 4

English house vocabulary

Herhaling

Hi, nice to meet you! What is your name?

Where are you from?

How old are you?

Do you play any sports?

House

Outside the house

Kitchen

Bathroom

Garage

Hall

Living room

Bedroom

Attic

Hoe heet de woonkamer in het Engels?

Hoe heet de zolder in het Engels?

Hoe noem je de schoorsteen in het Engels?

1. Garden
2. Roof
3. Brick
4. Chimney

Hoe noem je het dak van een huis in het Engels?

1. Chimney
2. Window
3. Roof
4. Door

Wat vond je van de les?

😒🙁😐🙂😃