This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Standpunt en argument
Slide 1 - Slide
Een ... is te herkennen aan een signaalwoord.
A
argument
B
standpunt
Slide 2 - Quiz
Wat is 'een gefundeerde mening over een onderwerp'?
A
argument
B
standpunt
Slide 3 - Quiz
Een standpunt kan je meestal herkennen aan een aantal woorden of stukjes zin:
Slide 4 - Open question
Hoe ziet een stelling eruit?
A
argument...standpunt
B
standpunt...argument
C
standpunt...conclusie
D
argument...conclusie
Slide 5 - Quiz
Hoe ziet een conclusie eruit?
A
standpunt...argument
B
stelling...argument
C
stelling...standpunt
D
argument...standpunt
Slide 6 - Quiz
Volgende signaalwoorden horen bij een ... : want, immers, omdat, namelijk
A
stelling
B
conclusie
Slide 7 - Quiz
Volgende signaalwoorden horen bij een ... : dus, daarom, bijgevolg ...
A
stelling
B
conclusie
Slide 8 - Quiz
Iedereen op het eiland staat voortdurend in de file. De toeristen vervuilen het eiland. Daarom is Mallorca het massatoerisme beu.
A
stelling
B
conclusie
Slide 9 - Quiz
Roken is slecht voor je gezondheid. Ten eerste bevat een sigaret de verslavende stof nicotine. Ten tweede verhoogt roken het risico op longkanker.
A
stelling
B
conclusie
Slide 10 - Quiz
Mensen zouden met minder boter moeten koken. Boter bevat veel verzadigde vetten. Volgens wetenschappers is er bij een overdaad aan boter een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.