Latijn praesens en esse en posse

Latijn
werkwoord: 
herhaling H13 Futurum
start H14 Esse en posse
1 / 22
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Latijn
werkwoord: 
herhaling H13 Futurum
start H14 Esse en posse

Slide 1 - Slide

Even checken:
'hak' de ww in stukjes, benoem en vertaal:
1. dicet
2. gaudet
3. mittemus
4.salutabam
5. salutabo
6. mittebatis

Slide 2 - Slide

Even checken:
'hak' de ww in stukjes, benoem en vertaal:
1. dic-e-t: 3e ev futurum: hij zal zeggen
2. gaude-t: 3e ev praes: hij is blij
3. mitt-e-mus: 1e mv fut.: wij zullen sturen
4.saluta-ba-m: 1e ev imperf.: ik begroette
5. saluta-b-o: 1e ev. fut: ik zal begroeten
6. mitt-eba-tis: 2e mv imperf: jullie stuurden

Slide 3 - Slide

waarom is het belangrijk om te weten tot welke stamgroep een werkwoord behoort?

Slide 4 - Open question

Aan welke letters herken je het futurum bij -a en -e stammen?

Slide 5 - Open question

aan welke letter(s) herken je het futurum bij medekl. en i-stammen?

Slide 6 - Open question

Uitleg esse en posse (H14)
Esse en posse zijn twee onregelmatige werkwoorden.
esse= zijn
posse= kunnen

Slide 7 - Slide

Werkwoord
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
jullie
wij
zij
ik
hij/zij/het
jij

Slide 8 - Drag question

Werkwoord
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
tis
mus
nt
o
t
s

Slide 9 - Drag question

het werkwoord 'esse' = zijn
beginnen met es- (zoals 'est')
of met su- (zoals 'sunt')

aan de uitgang kun je zien welke vorm het is!
-m = ik

Slide 10 - Slide

Werkwoord
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
estis
sumus
sunt
sum
est
es

Slide 11 - Drag question

sumus
A
ik ben
B
wij zijn
C
jij bent
D
jullie zijn

Slide 12 - Quiz

es
A
ik ben
B
jij bent
C
wij zijn
D
geen van deze antwoorden

Slide 13 - Quiz

este
A
ik ben
B
jij bent
C
hij is
D
wees

Slide 14 - Quiz

Werkwoord
ev
mv
ik ben
wij zijn
jij bent
jullie zijn
hij/zij/het is
zij zijn
estis
sumus
sunt
sum
est
es

Slide 15 - Drag question

het werkwoord 'posse' = kunnen
beginnen met pos-/pot-
daarna een vorm van 'esse' (zoals 'est'/'sunt')

aan de uitgang kun je zien welke vorm het is!
-m = ik

Slide 16 - Slide

Werkwoord
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
potestis
possumus
possunt
possum
potest
potes

Slide 17 - Drag question

potestis
A
ik kan
B
jij kunt
C
wij kunnen
D
jullie kunnen

Slide 18 - Quiz

potes
A
ik kan
B
jij kunt
C
wij kunnen
D
geen van deze antwoorden

Slide 19 - Quiz

possunt
A
ik kan
B
wij kunnen
C
zij kunnen
D
geen van deze antwoorden

Slide 20 - Quiz

Werkwoord
ev
mv
ik kan
wij kunnen
jij kunt
jullie kunnen
hij/zij/het kan
zij kunnen
potestis
possumus
possunt
possum
potest
potes

Slide 21 - Drag question

wat ga je doen?
- kijk exercitio 13A en 13B na (als je dat nog niet gedaan had)
- Maak exercitio 14A
- vertaal tekst 14 Goud voor de Galliërs (min. t/m r.4)
- vind je het bijv. nw nog lastig, maak dan exercitio 14E
- leer woordblok 13A en 13B
Niet af = huiswerk voor vrijdag

Slide 22 - Slide