Maandag 5 februari

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Maandag 5 februari

Welkom allemaal

Pak vast je schrift en werkboek

Voorlezen

Vlucht 703

Chinouk Thijssen

Periode 3

Spelling

Schrijfopdracht

Leesboek

Leerdoel

Je leert dubbele punten en aanhalingstekenings op de juiste manier gebruiken.

LEESTEKENS

- punten               V

- vraagtekens      V

- uitroeptekens   V

- komma's            V

- dubbele punten

- Aanhalingstekens

De dubbele punt

Na een dubbele punt krijg je een:

• Opsomming
• Uitleg
• Gedachte
• Citaat (begint met hoofdletter)

Na een dubbele punt schrijf je bijna altijd een kleine letter. 

De zin stopt namelijk niet tussendoor.

Aanhalingstekens bij citaat

Een citaat staat altijd tussen aanhalingstekens.

Bijvoorbeeld

Selma zei: 'Ik vond die film erg goed.'

'Ik weet niet of ik dat durf!' gilde Sharon.

Als het citaat vooraan in de zin staat, gebruik je geen dubbele punt.

Let op

‘Vrijdag ga ik op vakantie’, zei Orlando. 

‘Wie wil het eerst zijn presentatie houden?’ vroeg de docent.

(In)directe rede

Directe rede: je schrijft woord voor woord op wat iemand zegt (citaat) - aanhalingstekens 

Indirecte rede: je schrijft iemands woorden niet letterlijk op - geen aanhalingstekens 

Verschil (in)directe rede

Oefenen> zet tussen de woorden de juiste leestekens

Ik heb vanmorgen de volgende vakken rekenen taal aardrijkskunde en muziek

Ik ben naar drie landen op vakantie geweest Frankrijk Duitsland en Zwitserland

Ik kon vandaag niet op de fiets naar school ik had een lekke band

De meester zei Rekenen en taal zijn de belangrijkste vakken op de basisschool

Nakijken

Ik heb vanmorgen de volgende vakken: rekenen, taal, aardrijkskunde en muziek.

Ik ben naar drie landen op vakantie geweest: Frankrijk, Duitsland en Zwitserland.

Ik kon vandaag niet op de fiets naar school: ik had een lekke band.

De meester zei: "Rekenen en taal zijn de belangrijkste vakken op de basisschool."

Aan de slag

Blz 232 + 233 Hoofdstuk 7 P3

Maken opdracht 1 t/m 4

Opdr 2 en 3 in werkboek

Opdr 1 en 4 in het schrift

Klaar? Online trainen > spelling 1 t/m 3