Thema 3

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom

Wat gaan we doen deze les

Dagopening

Verschillende organenstelsels

Deel van je lichaam

Opdracht 6 en 7 nakijken

Opdracht 8 op papier maken

Test jezelf opdracht 9

Huiswerk

De Oase 

na de les:

- Weet je wat een organenstelsel is

- Weet je wat een organenstelsel doet.  

- Kun je enkele organenstelsels benoemen.  

- Kun je aangeven welke organen in een organenstelsel zitten. 

De eerste 3 leren wij.

En vergeet niet bij het beenderstelsel de schedel

Organen

• Een orgaan is een deel van een organisme met een bepaalde taak.
• Organen in de torso. 

Organen in de torso. 

Welke organen?

Opdracht 6 en 7 nakijken

Opdracht 9, test jezelf

Welkom

Wat gaan we vandaag doen

Filmpje over orgaandonatie

Opdracht orgaandonatie (gisteren besproken)

Huiswerk nakijken, opdracht 20 en 22 van basisstof 4

In magister staan linkjes om te oefenen.

Aan het einde van de les weet je wat orgaandonatie is en waarom je het wel of (nog) niet zou willen doen. 

Opdracht orgaandonatie

Maak een beknopte poster in word of op papier. Verdeel het blad in 3 vakken. Een vak is JA, een vak NEE, en een vak EIGEN MENING. 

1. Bedenk nu drie redenen om geen orgaandonor te worden. Schrijf deze redenen bij NEE en maak er een passende tekening bij. Je mag ook een afbeelding opzoeken en die erbij plakken.
2. Bedenk dan drie redenen om wel orgaandonor te worden. Schrijf deze redenen bij JA en maak er een passende tekening/afbeelding bij.
3. Beschrijf kort wat je er zelf van vindt. Een fout antwoord op deze vraag bestaat niet! Dit is een lastig onderwerp en alleen jij kan bedenken hoe je hierover denkt. Geef in dit stukje ook aan of je nog een vraag hebt over dit onderwerp, waarop je graag antwoord zou willen krijgen.
4. Je mag zachtjes overleggen maar het is je eigen poster.
5. Lever je document in bij mevrouw Brinkman

Orgaandonatie

Huiswerk

Basisstof 4 

Opdracht 20 en 22

Om te onthouden:

*Cellen van mensen hebben dezelfde kenmerken als cellen van dieren.

  

*Delen van een dierlijke cel.

-Celplasma: water met opgeloste stoffen

Celplasma is stroperig

- Celkern: regels alles wat er in een cel gebeurt.

-Celmembraan: buitenste rand van het celplasma