5.1 Genotype en Fenotype

T5: Erfelijkheid en evolutie
Pak je spullen!
Boek 2/3 B
Aantekeningen schrift

1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

T5: Erfelijkheid en evolutie
Pak je spullen!
Boek 2/3 B
Aantekeningen schrift

Slide 1 - Slide

  • Herhaling 5.1
  • Herkansing SO donderdag 18 april 8e uur.
  • Uitleg 5.2
  • Oefenen en huiswerk

Slide 2 - Slide

Genotype en Fenotype
Basisstof 1: 
Genotype en Fenotype

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 5.1
  • Je kunt omschrijven wat het genotype en het fenotype zijn
  • Je kunt uitleggen dat cellen alleen de erfelijke informatie gebruiken die ze nodig hebben 

Slide 4 - Slide

Genotype 
Milieu
Beide
Je bent snel zenuwachtig bij proefwerken
Je hebt een gespierd lichaam
Je hebt een tatoeage
Je hebt krullend haar vanaf je geboorte 
Je kunt goed gitaar spelen
Je draagt elke dag lippenstift 

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Video

Chromosomen 
  • Lichaamscellen: cellen waaruit je lichaam is opgebouwd
  • Chromosomen: liggen als dunne draden in de celkern, 46 in totaal
  • Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA
  • Het DNA bevat informatie voor erfelijke eigenschappen 

Je krijgt 50% van je moeder (eicel) en 50% van je vader (zaadcel)

Slide 7 - Slide

Cellen 
  • Eicel + zaadcel --> bevruchting (samensmelten celkernen)
  • De chromosomen van de bevruchte eicel worden vanaf nu constant gedeeld. Elke dochtercel krijgt een complete set chromosomen. Hoeveel?

Slide 8 - Slide

Genotype
  • Gen: stukjes DNA die samen de informatie bevatten voor een erfelijke eigenschap. 
  • De informatie voor alle erfelijke eigenschappen van een organisme noem je het genotype.
  • Het genotype ontstaat bij de bevruchting.
  • Elke lichaamscel heeft dezelfde chromosomen/genen. 
  • Het ligt aan de plek of een gen tot expressie (uiting) komt. 
  • Een gen kan een beetje tot erg actief zijn 

Slide 9 - Slide

Fenotype 
  • Fenotype: de waarneembare eigenschappen van een organisme, waaronder het uiterlijk.
  • Genotype + invloeden uit de omgeving (milieu) zorgen voor je fenotype 
  •  Het fenotype kan je veranderen het genotype NIET.

Slide 10 - Slide

Neem over:
Genotype
Fenotype
Ontstaat op het moment van bevruchting
Genotype + omgeving/leefstijl
Kan NIET veranderen
Kan veranderen

Slide 11 - Slide

Aan de slag 
  • Wat? Maak opdracht 1, 2, 4 en 5 van basisstof 5.1
  • Hoe? Zelfstandig 
  • Hulp? Boek of steek je vinger op 
  • Klaar? Begin met het leren van de begrippenlijst

timer
10:00

Slide 12 - Slide