1J. 10.4 Decimale getallen

Hoofdstuk 10. Breuken
1 / 26
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 10. Breuken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 10. Breuken
Vragen over 10.3 Procenten?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 10. Breuken
Vragen over 10.1 Gelijknamige breuken?

Samen: 9T

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

10.4 Decimale getallen
Leerdoelen:

  • Je leert breuken omzetten in een decimaal getal en omgekeerd.

  • Je leert breuken en decimale getallen met elkaar vergelijken.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe?

  • Korte Quiz
  • Zelfstandig werken vanaf 11.40 uur (uiterlijk)
  • Afronden van de les (12.05 uur)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Weet je nog?

Slide 9 - Slide

Dus % betekent: 'gedeeld door 100'.
Welke waarde heeft de 7 in het getal

0,478

Geef je antwoord in de vorm van a/b

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Welke waarde heeft de 8 in het getal

0,478

Geef je antwoord in de vorm van a/b

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Welke waarde heeft de 4 in het getal

0,478

Geef je antwoord in de vorm van a/b

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Welke waarde heeft het getal

0,4

Geef je antwoord in de vorm van a/b

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Welke waarde heeft het getal

0,47

Geef je antwoord in de vorm van a/b

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Welke waarde heeft het getal

0,478

Geef je antwoord in de vorm van a/b

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Welke decimaal getal hoort er bij de breuk

28/100

Geef je antwoord in de vorm van a/b

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Welke decimaal getal hoort er bij de breuk

345/1000

Geef je antwoord in de vorm van a/b

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

14/50 =

3,25 = 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Aantekening:
Handige breuken/decimalen om uit je hoofd te kennen:

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Vergeet niet breuken zo ver mogelijk te vereenvoudigen!!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Maken: 10.4 Decimale getallen
Bestuderen: Theorie 10.3 Deel van een hoeveelheid
Lezen: Theorie paragraaf 10.5 Rekenen met decimale getallen

Belangrijke woorden om te onthouden/begrijpen:
Waarde van decimalen; Decimaal getal; Breuk; Vereenvoudigen; Handige breuken

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben jullie vandaag geleerd over procenten?

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions

Heb je nog vragen?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Vul het juiste teken in:
A
<
B
>

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Vul het juiste teken in:
A
=
B

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions