woorden kerst

KERST
woorden oefenen
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slide and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

KERST
woorden oefenen

Slide 1 - Slide

Wat weet je over kerst?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Josef en Maria gingen naar Bethlehem met een
A
zebra
B
paard
C
ezel
D
arrenslee

Slide 4 - Quiz

Wat vieren we met kerst?
A
Het nieuwe jaar
B
De dood van een heilige
C
De geboorte van een kindje
D
Het ontstaan van de aarde

Slide 5 - Quiz

Hoe heet het kerstkindje in het Nederlands?
A
Josef
B
Jezus
C
Joris
D
Johan

Slide 6 - Quiz

Hoe heet de vader van het kerstkindje?
A
Abraham
B
Jozef
C
Jakob
D
Adam

Slide 7 - Quiz

Hoe heet de moeder van het kerstkindje?
A
Marion
B
Eva
C
Miranda
D
Maria

Slide 8 - Quiz


A
ezel
B
rendier
C
schaap
D
paard

Slide 9 - Quiz


A
ezel
B
rendier
C
zebra
D
paard

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video


A
ezel
B
rendier
C
schaap
D
paard

Slide 12 - Quiz

De kerstman komt met de...
A
arrenslee
B
auto
C
vliegtuig
D
ezel

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video


A
ezel
B
rendier
C
kerstboom
D
engel

Slide 15 - Quiz


A
voetbal
B
basketbal
C
kerstbol
D
kerstbal

Slide 16 - Quiz


A
ezel
B
rendier
C
schaap
D
engel

Slide 17 - Quiz


A
piek
B
pink
C
paal
D
prik

Slide 18 - Quiz


A
ster
B
bal
C
piek
D
slinger

Slide 19 - Quiz


A
ster
B
bal
C
piek
D
slinger

Slide 20 - Quiz


A
ster
B
bal
C
piek
D
slinger

Slide 21 - Quiz


A
ster
B
bal
C
piek
D
slinger

Slide 22 - Quiz


A
kerstster
B
kerstkado
C
kerstboom
D
kerstman

Slide 23 - Quiz


A
kerstster
B
kerstkado
C
kerstboom
D
kerstman

Slide 24 - Quiz


A
kerstster
B
kerstkado
C
kerstboom
D
kerstman

Slide 25 - Quiz


A
kerstster
B
kerstkado
C
kerstboom
D
kerstlied

Slide 26 - Quiz


A
kerstster
B
kerstmuts
C
kerstboom
D
kerstlied

Slide 27 - Quiz

Wanneer zijn de kerstdagen in Nederland?
A
24 en 25 december
B
25 en 26 december
C
26 en 27 december
D
31 december en 1 januari

Slide 28 - Quiz

Wat doen mensen in Nederland met kerst?
A
Onder de kerstboom zitten.
B
Heel veel eten.
C
Op familiebezoek.
D
Naar de kerk gaan.

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Video


A
3 kerstballen
B
3 paarden
C
3 sterren
D
3 koningen

Slide 31 - Quiz

Wanneer is het 3 koningen?
A
1 januari
B
8 januari
C
6 januari
D
3 januari

Slide 32 - Quiz

Wat doe je op 3 koningen?
A
vlag uithangen
B
vuurwerk afsteken
C
de kerstboom opruimen
D
heel veel eten

Slide 33 - Quiz

Typ nu alles wat je weet over kerst...

Slide 34 - Open question