Basisstof 7.6 kringlopen 4Havo

Kringlopen 

Basisstof 7.6
1 / 44
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Kringlopen 

Basisstof 7.6

Slide 1 - Slide

vandaag 
  • Afronden basisstof 7.5 
  • Uitleg basisstof 7.6
  • Maken opdrachten: 42 t/m 51 
  • Kiezen tussen 39, 40, 41 en 52 
  • Afronden 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt de koolstofkringloop beschrijven 
  • Je kunt de stikstofkringloop beschrijven 
  • Je kunt de volgende begrippen uitleggen: nitrificatie, denitrificatie, stikstoffixatie en ammonificatie

Slide 3 - Slide

Wat gaat er gebeuren?

Slide 4 - Slide

Jan Ingenhousz experiment

Slide 5 - Slide

Fotosynthese 
Zeer belangrijk proces!
Wat is het?

Slide 6 - Slide

Fotosynthese 
Productie van zuurstof (als afval stof)
Vormt de basis voor al het leven op aarde

Slide 7 - Slide

Fotosynthese
fotosynthese

Slide 8 - Slide

De formule van fotosynthese
Wat de plant nodig heeft voor fotosynthese.
Komt vrij na de fotosynthese.
Koolstofdioxide
Water
Glucose
Licht
Zuurstof

Slide 9 - Drag question

Fotosynthese 
Fotosynthese kunt je meten door .......

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video


Koolstof assimilatie 

  • Opbouw van glucose (C6H12O6) uit anorganische stoffen (CO2 en H20)
  • Fotosynthese (of chemosynthese)
  • Autotrofe organismen

Voortgezette assimilatie

  • Opbouw van grotere organische stoffen uit Glucose 
  • autotrofe en heterotrofe organismen


Slide 12 - Slide

koolstofkringloop

Slide 13 - Slide

Koolstofkringloop

Slide 14 - Slide

Wat is voortgezette assimilatie?
A
omzetten van glucose in nitraat
B
omzetten van glucose in een anorganische stof
C
omzetten van glucose in een andere energierijke organische stof
D
omzetten van glucose in warmte

Slide 15 - Quiz

Wat is een voorbeeld van voortgezette assimilatie?
A
Bacteriën produceren melkzuur uit de vergisting van glucose
B
In bladeren wordt glucose gevormd onder invloed van zonlicht
C
In aardappels wordt glucose in de vorm van zetmeel opgeslagen
D
In de diepzee levert de splitsing van H2S energie voor de productie van glucose uit CO2 en water

Slide 16 - Quiz

Dissimilatie is...
A
Afbraak van organische moleculen
B
Afbraak van anorganische moleculen
C
Opbouw van organische moleculen
D
Opbouw van anorganische moleculen

Slide 17 - Quiz

Wat is het doel van dissimilatie?
A
Grotere moleculen afbreken tot kleinere
B
Grotere moleculen bouwen uit kleinere
C
Energie vrijmaken uit grote moleculen
D
Energie opslaan in grotere moleculen

Slide 18 - Quiz

Wat is geen gevolg van dissimilatie?
A
Vrijkomen van energie
B
Productie van CO2
C
Productie van H2O
D
Fotosynthese

Slide 19 - Quiz

Stikstofkringloop


Belangrijk proces!
Vorming van eiwitten, DNA, aminozuren!

Slide 20 - Slide

Stikstofkringloop "BINAS 93G"

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Producenten
  • Producenten

  • Gebruiken nitraat (NO3−) om
    vanuit glucose aminozuren te bouwen

  • Van anorganische stikstof inbouwen in organische stikstof heet Stikstofassimilatie

Slide 24 - Slide

Consumenten
  • maken lichaamseigen eiwitten

  • In de lever worden de stikstofhoudende moleculen afgebroken

  • Lever zet ammoniakgas (NH3
om tot ureum of urinezuur en dit wordt uitgeplast

Slide 25 - Slide

Reducenten
  • Schimmels en bacteriën breken de resten af tot ammoniak (NH4+) en ammonium (NH3)

  • Dit heet ammonificatie 
(Anaeroob)

Slide 26 - Slide

Nitrificatie
  • Nitrificerende bacteriën
  • Nitrietbacteriën zetten ammonium en ammoniak om in nitriet (NO2- ) 
  • Nitraatbacteriën zetten nitriet om in nitraat (NO3- )
(Aeroob)    

Slide 27 - Slide

Chemosynthese
  • Nitrietbacteriën zetten ammonium en ammoniak om tot nitriet (NO2- )
    2 NH3 + 3 O2 → 2 NO2- + 2 H2O + 2 H+ + energie
  • Nitraatbacteriën zetten nitriet om in nitraat (NO3- ) 
    2 NO2- + O2 → 2 NO3- + energie

  • Met deze energie kunnen de bacteriën glucose maken uit CO2 en H2O zonder zonlicht: Chemosynthese
  • De bacteriën zijn chemo-autotroof

Slide 28 - Slide

Denitrificatie
  • Denitrificerende 
bacteriën gebruiken 
nitraat  (NO3- ) als
 energiebron: 
Stikstofgas (N2)
 blijft over.  
(anaerobe proces)


Slide 29 - Slide

Stikstoffixatie
  • Vlinderbloemen leven in symbiose met knolletjesbacteriën die N2 uit de lucht omzetten in NH3 (Stikstoffixatie)

  • Door nitrificatie wordt er NO3gemaakt

Slide 30 - Slide

Als het onweert kan er ook stikstofbinding optreden. In welke stof wordt stikstof gebonden?
A
ureum
B
ammonium
C
nitriet
D
nitraat

Slide 31 - Quiz

Er zit veel stikstof in...
A
(Biologische) mest
B
Kunstmest
C
Dode planten/dieren resten
D
Alle bovenstaande opties

Slide 32 - Quiz

Is er voor nitrificatie zuurstof nodig?
A
ja
B
nee

Slide 33 - Quiz

Hoe heten rottingsbacteriën ook wel?
A
nitrificerende bacteriën
B
denitrificerende bacteriën
C
ammonificerende bacteriën
D
knolletjesbacteriën

Slide 34 - Quiz

Op welke wijzen kan stikstof uit de atmosfeer worden vastgelegd?
Meerdere antwoorden zijn goed.
A
bacteriële fixatie (door o.a. knolletjesbacteriën)
B
fotochemische fixatie (bij bijvoorbeeld onweer)
C
industriële fixatie (bij o.a kunstmestproductie)
D
producenten fixeren zelf stikstofgas

Slide 35 - Quiz

Maken opdrachten:
46 t/m 56

Slide 36 - Slide

Afsluiten 

Slide 37 - Slide

+
+
-->
Fotosynthese:
+
.........
........
.........
..........
........

Slide 38 - Drag question

Nitrificatie en denitrificatie zijn elkaars tegenovergestelde.
Wat betekent nitrificatie?
A
Vorming van nitraat (NO3-)
B
Vorming van ammoniak (NH3)
C
Vorming van stikstof (N2)
D
Vorming van denitrificerende bacteriën

Slide 39 - Quiz

In welke worm kunnen planten stikstof opnemen uit de bodem?
A
nitraat (NO3-)
B
stikstofgas(N2)
C
nitriet (NO2-)

Slide 40 - Quiz

Leven nitrificerende bacteriën aeroob of anaeroob?
A
Aeroob
B
Anaeroob

Slide 41 - Quiz

In welke worm kunnen planten stikstof opnemen uit de bodem?
A
nitraat (NO3-)
B
stikstofgas(N2)
C
nitriet (NO2-)

Slide 42 - Quiz

Nitrificerende bacteriën zetten ammonium om in nitraat. Dit is een exotherm proces. Het levert ze energie op, die ze gebruiken voor het maken van glucose. Nitrificerende bacteriën zijn..
A
consumenten en heterotroof
B
consumenten en autotroof
C
producenten en heterotroof
D
producenten en autotroof

Slide 43 - Quiz


Chemosynthese
Waarin verschilt chemosynthese van fotosynthese?
A
Bij chemosynthese wordt lichtenergie opgenomen door niet-groene pigmenten.
B
Bij chemosynthese wordt geen lichtenergie gebruikt, maar energie die beschikbaar komt bij de oxidatie van anorganische stoffen.
C
Eindproducten van de chemosynthese zijn geen koolhydraten, maar andere stoffen.
D
Grondstoffen voor de chemosynthese zijn geen water en koolstofdioxide, maar andere stoffen.

Slide 44 - Quiz