3B H1.4 Wat kost het nu en later?

1.4 Wat kost het nu en later?

1 / 21

Slide 1: Slide

EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.4 Wat kost het nu en later?

Slide 1 - Slide

1.3

Slide 2 - Slide

Budgetteren is

Inkomsten en uitgaven afstemmen

Minder geld uitgeven dan er binnen komt

Slide 3 - Quiz

Wat is een begroting?

een overzicht van uitgaven

overzicht van inkomsten

het op elkaar afstemmen van uitgaven en inkomsten

overzicht van verwachte uitgaven en inkomsten

Slide 4 - Quiz

Huishoudelijke uitgaven

Vaste lasten

Incidentele uitgaven

Huur

Vakantie

Meubels

Energie

Verzekering

Cadeautjes

Uitgaan

Persoonlijke verzorging

Boodschappen

Slide 5 - Drag question

Welke inkomensvorm zien we op het plaatje?

Inkomen uit overdracht

Inkomen uit bezit

Inkomen uit natura

Inkomen uit arbeid

Slide 6 - Quiz

Wat is het doel van Nibud?

Mensen helpen zo min mogelijk geld sparen

Zij helpen jou met budgetteren

Nibud helpt jou om geld te besparen

Nibud wil zoveel mogelijk geld aan jou verdienen

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Aan de slag

Wat: Maak opdrachten 1-12 blz. 22 t/m 25

Hoe: Zelfstandig in stilte

Tijd: 30 min

Klaar: Samenvatting 1.4 blz. 26

Uitkomst: Kijken we na

timer

30:00

Slide 13 - Slide

Les afsluiten

6 Quizvragen om te checken wat je hebt geleerd en waar je nog op moet focussen!

Slide 14 - Slide

Wat is koopkracht?

Hoeveel geld je hebt.

De hoeveelheid producten en diensten die je kunt kopen.

De hoeveelheid goederen die je kunt kopen.

Hoeveel euro's je kunt uitgeven.

Slide 15 - Quiz

Door de inflatie kan ik...

minder producten kopen

meer producten kopen

hetzelfde kopen als eerst

niets meer kopen

Slide 16 - Quiz

Reserveren is hetzelfde als sparen

Juist

Onjuist

Slide 17 - Quiz

Een nieuwe iPhone kost voor € 699,-. Mediamarkt geeft 15% korting.
Wat is de prijs die je moet betalen?

€ 595,-

€ 594,14

€ 104,85

€ 105,-

Slide 18 - Quiz

De oude prijs is € 11,40, nieuwe prijs is € 14,88
Met hoeveel procent is de prijs verhoogd?

\frac{​ N i e u w - O u d ​ ​}{​ O u d ​} x 100 = v e r a n d e r i n g

6,7%

10,4%

23,3%

30,5%

Slide 19 - Quiz

Voor welk soort uitgaven is het handig om geld te reserveren?

Vaste lasten

Dagelijkse uitgaven

Incidentele uitgaven

Slide 20 - Quiz

Volgende keer....

Huiswerk opgaven 1 tot en met 12 AF!

Volgende les hoofdstuk 1 herhalen.

Slide 21 - Slide