Practicum zintuigen

Practicum zintuigen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Practicum zintuigen

Slide 1 - Slide

Practicum
  1. Warmtezintuigen en koudezintuigen
  2. Tastknopjes
  3. Welke smaak?
  4. Het proeven van verschillende smaken
  5. Zien in het donker
  6. Kriebelend geluid
  7. Extra

Slide 2 - Slide

Nabespreken

Slide 3 - Slide

1 Warmte en koudezintuigen
  • Denk je dat lauw water altijd hetzelfde voelt?
  • Hoe voelde lauw water met je rechterhand?
  • Hoe voelde lauw water met je linkerhand?

  • Voelt lauw water altijd hetzelfde?
  • Nee, dit ligt ook aan de omgevingstemperatuur. Je kunt met je kouder en warmtezintuigen geen precieze temperatuur meten

Slide 4 - Slide

2 Tastknopjes
  • Bevat de huis overal evenveel tastknopjes?
  • Op welke plek zitten de meeste tastknopjes?

  • Puntje van je vinger, hier zitten de tastknopjes het dichtst bij elkaar waardoor je beter voelt of je 1 of 2 prikjes krijgt. Je vingers gebruik je ook vooral om mee te voelen.

Slide 5 - Slide

3 Welke smaak
  • Kan de proefpersoon proeven welke chips hij/zij krijgt?
  • Hoe kan dit denk je?

  • Als je je neus goed hebt dichtgeknepen is het lastig om het verschil tussen naturel en paprika chips te proeven. Beide chips hebben dezelfde structuur en zijn zout. De precieze smaak proef je met behulp van je reukzintuig. 

Slide 6 - Slide

4 Het proeven van verschillende smaken
  • Zijn alle gebieden even gevoelig voor de verschillende smaken? 
  • Hoe weet je dat?




Slide 7 - Slide

5 Zien in het donker
  • Wat zie je?
  • Wat is het verschil tussen een pupil in het donker en een pupil in het licht?
  • Hoe denk je dat dit komt? 


Slide 8 - Slide

6 kriebelend geluid
  • Wat denk je dat er gebeurt als de ander tegen de ballon praat?
  • Wat voel je aan de ballon?
  • Hoe denk je dat dit komt?

  • Geluid is trillende lucht. Wanneer je tegen een ballon praat begint de lucht en dus ook de ballon te trillen. Dit gebeurt bijvoorbeeld ook wanneer je op het vlies van een trommel slaat. Het vlies begint te trillen, de lucht daar omheen begint ook te trillen.

Slide 9 - Slide

Extra
Plaatje 1:
  • Konijn/eend
Plaatje 2:
  • Gezicht vrouw/man saxofoon
Plaatje 3:
  • Man met neus, snor, petje/heks/meisje
Plaatje 4:
  • oude man/vrouw met hoedje/landschap
Plaatje 5:
  • dieren/olifant/kangoeroe/walvis/dolfijn/konijn/schildpad/slang/beer/papagaai

Slide 10 - Slide

Extra
Plaatje 5:
  • dieren/olifant/kangoeroe/walvis/
  • dolfijn/konijn/schildpad/slang/beer/papagaai

Slide 11 - Slide