9.4 Propaganda en communicatie




Massaorganisaties:



Organisatie gericht op veel mensen
Mussolini met zijn fascisten "zwarthemden" tijdens de Mars naar Rome.
Dit is een voorbeeld van een massaorganisatie. Vele mensen komen bijeen. 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson




Massaorganisaties:



Organisatie gericht op veel mensen
Mussolini met zijn fascisten "zwarthemden" tijdens de Mars naar Rome.
Dit is een voorbeeld van een massaorganisatie. Vele mensen komen bijeen. 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Deutsche Arbeitsfront

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide



Communicatiemiddelen


Manier om informatie over te brengen
Een pamflet is een voorbeeld van een (massa)communicatiemiddel.
In dit geval gaat het om een Amerikaans pamflet uit 1917, om Amerikanen over te halen om deel te nemen aan de Eerste Wereldoorlog.

Slide 6 - Slide

Wat heeft het ontstaan van massaorganisaties en communicatiemiddelen te maken met de invoering van het algemeen kiesrecht?

Slide 7 - Open question

Pakkende toespraken,

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide


Propaganda:


is politieke of religieuze reclame. Propaganda is een communicatie die als doel heeft om het gedrag of de houding van een gemeenschap te beïnvloeden in de richting van de eigen positie/stellingname.  Dit zijn niet alleen  alleen pamfletten. 

Slide 11 - Slide

Geef drie motieven voor oorlogspropaganda

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Geef uit Der Fuehrer's Face tenminste 3 voorbeelden van negatieve propaganda:

Slide 16 - Open question

Geef uit Der Fuehrer's Face 1 voorbeeld van positieve propaganda:

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

H9 De  wereldoorlogen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Leg het verband uit tussen dit KA en totalitaire regimes. Leg dit uit aan de hand van een voorbeeld.

Slide 22 - Open question