Kernkwadranten

1 / 21
next
Slide 1: Slide
LOBMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

- Je leert jezelf beter kennen
- Je leert je klasgenoten beter kennen
- Je ontdekt jouw kernkwaliteit, valkuil, allergie, uitdaging 
- Je ontdekt je eigen (leer)doelen 
Lesdoelen van deze les:

Slide 3 - Slide

Kernkwadranten

Slide 4 - Slide

Deze les gaat over kernkwadranten. 
Wat zijn jouw:
  • kwaliteiten 
  • valkuilen 
  • uitdagingen 
  • allergieën 
Deze hebben namelijk allemaal met elkaar te maken.


Kernkwadranten

Slide 5 - Slide

Zijn de eigenschappen die tot iemand zijn kern behoren. 
Ze maken ons tot wie we zijn. 

Een kernkwaliteit komt van binnenuit, terwijl een vaardigheid wordt aangeleerd.  


Kernkwaliteiten 

Slide 6 - Slide

Wat is een kernkwaliteit van jou?

Slide 7 - Open question

Wanneer je heel goed bent in iets, 
kun je er in doorslaan

Voorbeelden: Bemoeizuchtig, hyperactief/druk, onzichtbaar, chaotisch
Valkuil

Slide 8 - Slide

Waar ben jij zó goed in,
dat het een valkuil wordt?

Slide 9 - Open question

Wat is het positief tegenovergestelde van jouw valkuil?
 
Onzichtbaar - zichtbaar
Bemoeizuchtig - loslaten
Enzovoort...
Uitdaging

Slide 10 - Slide

Wat zijn jouw uitdagingen?

Slide 11 - Open question

Je allergie is het gedrag dat je vaak zelf niet van nature in je hebt. 
Het is het negatief tegenovergestelde gedrag van jouw kwaliteit

Als jij bescheiden bent, dan heb je een 'allergie' voor arrogantie.


Allergie

Slide 12 - Slide

Wat vind jij echt irritant gedrag?

Slide 13 - Open question

Leren van je allergie
In de vorige dia heb je opgeschreven irritant gedrag

Maar wist je, dat je van mensen die dit gedrag hebben juist heel veel kunt leren? 

Zij hebben jouw uitdaging juist als kernkwaliteit.
 
 

Slide 14 - Slide

Vul het schema in

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Als het goed is, heb je ervaren dat elke eigenschap, positief of negatief kan zijn.


Positief = negatief en negatief= positief

Slide 17 - Slide

Wat neem jij mee uit deze les?

Slide 18 - Open question

Welke vragen of onduidelijkheden heb je nog over deze les?

Slide 19 - Open question

Wat is een (leer)doel voor jou?

Slide 20 - Open question

Volgende les


Gaan we verder met jouw doelen

Slide 21 - Slide