Latijn naamvallen inclusief groep 4 en 5

oefenen met naamvallen
zelfstandig naamwoord nu met groep 4
1 / 32
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

oefenen met naamvallen
zelfstandig naamwoord nu met groep 4

Slide 1 - Slide

groep 4
woorden zijn meestal mannelijk
eindigen op -us

uitgangen lijken soms op gr. 2, soms op gr. 3

hoe onderscheid je ze van groep 2 mannelijk?

Slide 2 - Slide

waaraan herken je groep 4 woorden in de woordenlijst?

Slide 3 - Open question

Groep 4: enkelvoud
nom
gen
dat
acc
abl
portui
portum
portu
portus
portus

Slide 4 - Drag question

groep 4 ev
nom. portus
gen. portus
dat. portui
acc. portum
abl. portu
groep 4 mv

Slide 5 - Slide

Groep 4: meervoud
nom
gen
dat
acc
abl
portibus
portus
portus
portibus
portuum

Slide 6 - Drag question

groep 4 ev
nom. portus
gen. portus
dat. portui
acc. portum
abl. portu
groep 4 mv
nom. portus
gen. portuum
dat. portibus
acc. portus
abl. portibus

Slide 7 - Slide

Groep 4: ev. en mv.
ev
mv
nom
gen
dat
acc
abl
nom
gen
dat
acc
abl
portum
portus
portus
portus
portui
portu
portuum
portibus
portibus
portus

Slide 8 - Drag question

Welke naamval is exercitus?
A
nom
B
gen
C
dat
D
acc

Slide 9 - Quiz

Is exercitus enkelvoud of meervoud?
A
alleen ev.
B
alleen mv.
C
kan allebei
D
kan geen van beide

Slide 10 - Quiz

Welke naamval is lacum?
A
nom
B
gen
C
dat
D
acc

Slide 11 - Quiz

Is lacum enkelvoud of meervoud?
A
ev.
B
mv.

Slide 12 - Quiz

Bijzonder woord: domus
  • meeste uitgangen als groep 4, soms groep 2
    (domo als abl. ev.; domorum als gen. mv. domos als acc. mv.)
  • domi = thuis
  • domum = naar huis
  • domo = van huis (weg)

Slide 13 - Slide

groep 5
woorden zijn meestal vrouwelijk
eindigen op -es

uitgangen lijken veel op groep 3

hoe onderscheid je ze van groep 3?

Slide 14 - Slide

waaraan herken je groep 5 woorden in de woordenlijst?

Slide 15 - Open question

Groep 5: enkelvoud
nom
gen
dat
acc
abl
rei
rem
re
res
rei

Slide 16 - Drag question

groep 5 ev
nom. res
gen. rei
dat. rei
acc. rem
abl. re
groep 5 mv

Slide 17 - Slide

Groep 5: meervoud
nom
gen
dat
acc
abl
rebus
res
res
rebus
rerum

Slide 18 - Drag question

groep 5 ev
nom. res
gen. rei
dat. rei
acc. rem
abl. re
groep 5 mv
nom. res
gen. rerum
dat. rebus
acc. res
abl. rebus

Slide 19 - Slide

Groep 5: ev. en mv.
ev
mv
nom
gen
dat
acc
abl
nom
gen
dat
acc
abl
rem
rei
res
res
rei
re
rerum
rebus
rebus
res

Slide 20 - Drag question

Welke naamval is fidei?
A
nom
B
gen
C
dat
D
acc

Slide 21 - Quiz

Is fidei enkelvoud of meervoud?
A
ev.
B
mv.

Slide 22 - Quiz

Welke naamval is dierum?
A
nom
B
gen
C
dat
D
acc

Slide 23 - Quiz

Is dierum enkelvoud of meervoud?
A
ev.
B
mv.

Slide 24 - Quiz

Bij welke groep kijk je?
-is > uitgang in gr 1, 2 en 3
-i > uitgang in gr 2, 3, 4 en 5
-a > uitgang in gr 1, 2 en 3
-um > uitgang in gr 2, 3 en 4
-es > uitgang in gr 3 en 5

KIJK IN DE WOORDENLIJST

Slide 25 - Slide

Bij welke groep kijk je?
bij groep 4 en 5 staat het erbij!
meervoud op -es > groep 3 rex
meervoud op -a > groep 3 nomen

ev. op -a > groep 1 rosa
ev. op -um > groep 2 bellum
ev. op -us > groep 2 dominus

Slide 26 - Slide

metum (komt van metus 4)
A
groep 1
B
groep 2
C
groep 3
D
groep 4

Slide 27 - Quiz

metum (komt van metus 4)
A
alleen acc. ev.
B
alleen gen. mv.
C
allebei
D
geen van beide

Slide 28 - Quiz

litori (komt van litus, litora)
A
groep 1
B
groep 2
C
groep 3
D
groep 4

Slide 29 - Quiz

litori (komt van litus, litora)
A
alleen gen. ev.
B
alleen dat. ev.
C
alleen nom. mv.
D
meerdere mogelijkheden

Slide 30 - Quiz

pedes (komt van pes, pedes)
A
groep 2
B
groep 3
C
groep 4
D
groep 5

Slide 31 - Quiz

pedes (komt van pes, pedes)
A
alleen nom. ev.
B
alleen nom. mv.
C
alleen acc. mv.
D
meerdere mogelijkheden

Slide 32 - Quiz