6.1 en 6.2 herhalen

• economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Ontwikkelingssamenwerking

Hoe berken je het inkomen per hoofd van de bevolking?

1. Nationaal inkomen x aantal inwoners
2. Aantal inwoners: nationaal inkomen
3. Aantal inwoners + nationaal inkomen
4. Nationaal inkomen : aantal inwoners

Noem twee kenmerken van ontwikkelingslanden

Ontwikkelingslanden zijn voor hun exportinkomsten afhankelijk van één of enkele (landbouw)producten =

1. Ruilcultuur
2. Monocultuur
3. Exportcultuur
4. Microcultuur

Hoe noem je de verhouding tussen de prijs van exportproducten en de prijs van importproducten.

1. Ruilvoet
2. Internationale handel
3. Exportwaarde
4. Fairtrade

Ruilvoet voorbeeld

Verhouding tussen prijzen import en export

Welke bank heeft als belangrijkste taak ontwikkelingslanden te helpen met leningen.

1. Rabobank
2. ING
3. Wereldbank
4. Ontwikkelbank

Hoe noemen we de situatie waarin de oorzaak van het ene probleem een gevolg is van het vorige probleem?

1. Buffervoorraden
2. Monocultuur
3. Vicieuze cirkel
4. Ruilvoet

Hoe noemen we het wanneer een land zijn producten niet verkoopt om de prijs op te drijven?

1. Buffervoorraden
2. Monocultuur
3. Grondstofovereenkomst
4. Ruilvoet

Waar bestaat infrastructuur uit?

1. scholen en ziekenhuizen
2. bedrijven en de overheid
3. wegen, havens, internet en elektriciteit
4. pretparken, zwembaden, bibliotheken

Veel ontwikkelingslanden zitten in een vicieuze cirkel

1. Juist
2. Onjuist