H7 - Koolstofchemie

Koolstofchemie
Hoofdstuk 7
1 / 28
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Koolstofchemie
Hoofdstuk 7

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 7.1 en 7.2
  • Je weet wat koolwaterstoffen zijn
  • Je weet wat gefractioneerde destillatie is
  • Je weet wat kraken is en welke vormen van kraken er zijn
  • Je kunt de structuurformule van een stof tekenen
  • Je weet wat isomeren zijn
  •  Je kunt een systematische naam geven aan koolwaterstoffen
  • Je kent de verschillende karakteristieke groepen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Noteer een voorbeeld van een
fossiele brandstof

Slide 4 - Open question

Fossiele brandstof
Een fossiele brandstof (chemische energie) is een brandstof die miljoenen jaren geleden is ontstaan uit organisch materiaal.

Voorbeelden zijn aardolie, aardgas, steenkool en bruinkool.

Slide 5 - Slide

7.1 Fossiele brandstoffen
  • Aardolie is een fossiele brandstof die bestaat uit koolwaterstoffen
  • Koolwaterstoffen zijn stoffen waarvan de moleculen uit koolstof- en waterstofatomen bestaan

Slide 6 - Slide

  • Koolwaterstoffen worden gewonnen
    door aardolie te destilleren
  • Uit verschillende fracties ontstaan
    andere producten
  • Dit proces heet gefractioneerde
    destillatie

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

7.1 Fossiele brandstoffen
  • Kraken is het in stukken breken van grote koolwaterstoffen

Je kunt op twee manieren kraken:
  • Thermisch kraken --> met behulp van hitte
  • Katalytisch kraken --> met behulp van een katalysator

Een katalysator versnelt de reactie zonder daarbij verbruikt te worden. Je schrijft hem dus ook niet op in een reactievergelijking!

Slide 9 - Slide

Kraken
  • Ontledingsreactie van koolwaterstoffen.
  • Thermisch of katalystisch kraken.
  • Lange koolstofketens worden in kleinere fragmenten 'geknipt'.
  • Uit een alkaan ontstaat altijd minimaal een alkaan en een alkeen.

Voorbeeld: kraken van hexaan
C6H14 -> C4H8 + C2H6

Slide 10 - Slide

"Zuurstof heeft een covalentie van 2."
Leg uit wat dit betekent

Slide 11 - Open question

7.1 Koolstofverbindingen
  • Moleculen van koolwaterstoffen geef je meestal weer als structuurformule
  • Bij het tekenen moet je rekening houden met de                                       covalentie: hoeveel bindingen een atoom kan maken


1
H, F, Cl, Br, I
2
O, S
3
N, P
4
C

Slide 12 - Slide

7.1 Koolstofverbindingen
Nog enkele belangrijke begrippen:
  • Vertakt: er is minimaal één C-atoom dat met drie of vier andere C-atomen is verbonden.
  • Onvertakt: elk C-atoom is met één of twee andere C-atomen verbonden.
  • Verzadigd: er zijn geen dubbele bindingen aanwezig
  • Onverzadigd: er is één of meerdere (drie)dubbele bindingen aanwezig.

Slide 13 - Slide

Vertakt/onvertakt, verzadigd/onverzadigd

Slide 14 - Slide

Noteer van beide structuurformules de molecuulformule.
Beide stoffen hebben als molecuulformule C4H10, maar hebben verschillende structuurformules. Deze stoffen zijn dus isomeren van elkaar.

Slide 15 - Slide

7.1 Koolstofverbindingen
  •  Twee koolwaterstoffen met dezelfde molecuulformule maar met verschillende structuurformules zijn isomeren van elkaar:
Beide stoffen hebben als molecuulformule C4H10, maar hebben verschillende structuurformules. Deze stoffen zijn dus isomeren van elkaar.

Slide 16 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de structuurformule van een stof tekenen
  • Je weet wat isomeren zijn

Slide 17 - Slide

7.2 Systematische naamgeving
Alkanen zijn verzadigde koolwaterstoffen
met de algemene formule CnH2n+2

De uitgang is -aan.

Slide 18 - Slide

7.2 Systematische naamgeving
Alkenen zijn onverzadigde koolwaterstoffen
met de algemene formule CnH2n

De uitgang is -een.

Slide 19 - Slide

7.3 Systematische naamgeving
  • Soms bevat een koolwaterstof een speciale groep. Eén van die groepen zijn de alkylgroepen. Deze vormen een zijtak die aan de hoofdketen zit.

Slide 20 - Slide

7.3 Systematische naamgeving
  • Er zijn ook nog zogenaamde karakteristieke groepen. Hiervan moet je er twee kennen:

Slide 21 - Slide

7.3 Systematische naamgeving
Stappenplan systematische naamgeving van koolwaterstoffen
  1. Bepaal de stamnaam
  2. Bepaal de voor- en achtervoegsels
  3. Bepaal de plaatsnummers
  4. Zet de onderdelen op de juiste volgorde

Gebruik hiervoor de tabellen op blz 28 van je boekje.

Slide 22 - Slide

7.3 Systematische naamgeving
Voorbeeldopgave
Geef de systematische naam van de volgende koolwaterstof:.

Slide 23 - Slide

7.3 Systematische naamgeving
Stap 1: bepaal de stamnaam
De langste keten zijn 4 C-atomen, de stam is dus but-. Er zijn geen dubbele bindingen, dus is de uitgang -aan. De stamnaam is dus butaan.

Slide 24 - Slide

7.3 Systematische naamgeving
Stap 2: bepaal de voor- en achtervoegsels.
Er is een zijketen met één C-atoom. Er wordt dus methyl- vóór de stamnaam geplaatst.

Slide 25 - Slide

7.3 Systematische naamgeving
Stap 3: bepaal de plaatsnummers
De zijketen moet het laagste plaatsnummer krijgen. In dit geval zou dat twee zijn. Zou je van rechts naar links tellen, dan zou het 3 zijn. Dat mag niet.

Slide 26 - Slide

7.3 Systematische naamgeving
Stap 4: zet de onderdelen in de juiste volgorde.
De systematische naam is: 2-methylbutaan.

Slide 27 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt een systematische naam geven aan koolwaterstoffen
  • Je kent de verschillende karakteristieke groepen

Slide 28 - Slide