This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Digitale vaardigheden - AI
Digitale vaardigheden
Slide 1 - Slide
De planning voor vandaag
Wat is AI?
De historie van AI
Welke AI hulpmiddelen zijn er?
Slide 2 - Slide
Wanneer kun je iets als een AI beschouwen?
Slide 3 - Open question
Noem een simpel voorbeeld van een AI (Geen chatgpt)
Slide 4 - Open question
Wat is AI?
AI - Artificial intelligence, kunstmatige intelligentie
Het vermogen van een systeem om externe gegevens correct te interpreteren, om te leren van deze gegevens, en om deze lessen te gebruiken om specifieke doelen en taken te verwezenlijken via flexibele aanpassing. (Source: Wikipedia)
Slide 5 - Slide
Typen AI
Sterke AI
Een AI die gegevens kan interpreteren en met een passende oplossing kan komen. Een AI die volledig voor zichzelf kan denken en in de toekomst zelfs een zelfbewustzijn kan creëren.
Zwakke AI
AI die binnen specifieke kaders functioneert met een enkel doel of meerdere kleine doelen. Voorbeeld: PvE enemies binnen een spel zoals dark souls.
Slide 6 - Slide
Wanneer denk jij dat de eerste AI geprogrammeerd werd?
A
1900 - 1930
B
1930 - 1960
C
1960 - 2000
D
2000 - heden
Slide 7 - Quiz
Historie van AI
In 1939 werd het eerste concept van een AI bedacht door Alan Turing.
Hij bedacht een concept van een computer die meerdere instructies in zijn binaire geheugen had zodat de computer verschillende taken kon uitvoeren.
Turing bedacht ook de 'Turing test'
Slide 8 - Slide
De turing test
Slide 9 - Slide
Historie van AI
In 1949 werd het concept van Alan Turing werkelijkheid.
De ingenieurs uit Engeland bouwden de Manchester Mark 1
Dit was de eerste computer die meerdere instructies opgeslagen had en op basis van de input die de gebruiker gaf op de terminal, voerde de computer bepaalde taken uit.
Een zeer simpele vorm van AI.
Slide 10 - Slide
Historie van AI
In 1949 werd het concept van Alan Turing werkelijkheid.
De ingenieurs uit Engeland bouwden de Manchester Mark 1
Dit was de eerste computer die meerdere instructies opgeslagen had en op basis van de input die de gebruiker gaf op de terminal, voerde de computer bepaalde taken uit.