V1G 4/2

• NT2
• ISK

V1G - 4 februari

Wat gaan we doen?

Herhalen informatie van gisteren

Samengestelde zinnen

Lesdoel

Je weet hoe je de volgorde van de woorden in samengestelde zinnen moet schrijven.

Mijn broer heeft een nieuwe fiets gekocht.

1. Enkelvoudige zin
2. Samengestelde zin

De dokter wil haar patiënt graag beter maken.

1. Enkelvoudige zin
2. Samengestelde zin

De kat loopt op de stoep en ik loop ernaast.

1. Enkelvoudige zin
2. Samengestelde zin

Enkelvoudig - samengesteld

Wanneer enkelvoudig?                            Wanneer samengesteld?

Samengestelde zinnen

1. Ik ga slapen, want ik ben moe.

2. Ik ga slapen, omdat ik moe ben.

Voegwoorden

en, of, maar, want, dus --> 1.

ander voegwoord? --> 2. (omdat, wanneer, terwijl, als, tot, ...)

Oefenen

Maak het werkblad (af)

Klaar? --> Disk, grammatica - 3. De zin

Einde van de les

Lesdoel

Je weet hoe je de volgorde van de woorden in samengestelde zinnen moet schrijven.

Schrijf een samengestelde zin met het voegwoord 'maar'.

Schrijf een samengestelde zin met het voegwoord 'omdat'.