6.4 Meer oefenen met verwijzen

6.4 Meer oefenen met verwijzen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

6.4 Meer oefenen met verwijzen

Slide 1 - Slide


Vul het juiste verwijswoord in.
Henk gaat morgen niet mee. ... moet naar de tandarts.
Dit is een open vraag.

Slide 2 - Open question


Vul het juiste verwijswoord in.
Wil je ... boek daar in de kast voor me pakken?
Dit is een open vraag.

Slide 3 - Open question


Vul het juiste verwijswoord in.
We zijn met de kinderen naar de Efteling geweest. ... vonden het geweldig!
Dit is een open vraag.

Slide 4 - Open question


Vul het juiste verwijswoord in.
Die winkel is van mijn zus. Het is ... eigen zaak.
Dit is een open vraag.

Slide 5 - Open question

Aan het eind van deze les

  • kun je de verwijswoorden op de goede manier gebruiken. 

Slide 6 - Slide

Type hier een titel
Verwijzen naar personen en dingen
soort woord
voorbeelden
verwijswoorden
onzijdige woorden
(het-woorden)
het kindje, het bedrijf
dat, dit, het
mannelijke woorden
(de-woorden)
Mehmet, de leraar, de tekst
deze, die, hij, hem
vrouwelijke woorden
(de-woorden)
Rosa, de schrijfster, de verzameling
deze, die, zij/ze, haar
meervoud
de voetballers, de tafels
deze, die, zij/ze

Slide 7 - Slide

Type hier een titel
Verwijzen naar bezit
Je gebruikt: 
Je verwijst (bijvoorbeeld) naar: 
Enkelvoud
mijn
jouw, je
uw
zijn
haar
zijn
ik
jij, je
u
hij, Rico, de acteur
zij, ze,Lisa,de actrice
het schaap
Meervoud
ons, onze
jullie
hun
wij, we
jullie
zij, ze, de broers

Slide 8 - Slide

Type hier een titel
Meer verwijzen
Verwijswoorden
Je gebruikt deze woorden ...
Voorbeelden
- mijn

- jouw
- je

- uw
Als er een bezit achter staat
- Dat is mijn lievelingstrui.
- Wie is jouw tandarts?
- Wat is je telefoonnummer?
- Is dat uw auto?
- mij

- me
- jou
- je 

- u
Als er geen bezit achter staat
- Kan iemand mij dit uitleggen?
- Hij zwaaide naar me
- We volgen jou.
- Iedereen zal aan je denken. 
- Kan ik u helpen? 

Slide 9 - Slide


Vul het juiste verwijswoord in.
Ik heb ... laptop op school laten liggen. 
Dit is een open vraag.

Slide 10 - Open question


Vul het juiste verwijswoord in.
Bas heeft ... naar huis gebracht. 
Dit is een open vraag.

Slide 11 - Open question


Vul het juiste verwijswoord in.
Wat is ... huis groot zeg!
Dit is een open vraag.

Slide 12 - Open question


Vul het juiste verwijswoord in.
Ik hoop dat ik ... (u/uw) voldoende heb geïnformeerd. 
Dit is een open vraag.

Slide 13 - Open question

Maken
Opdracht 1 t/m 6

Slide 14 - Slide