Tekstbespreking De feiten volgens Eufiletos 12 t/m 19 & Merkwaardige Gebeurtenissen r. 1 t/m 14

Tekstbespreking De feiten volgens Eufiletos & Merkwaardige Gebeurtenissen
R. 12 t/m 19
R. 1 t/m 22
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Tekstbespreking De feiten volgens Eufiletos & Merkwaardige Gebeurtenissen
R. 12 t/m 19
R. 1 t/m 22

Slide 1 - Slide

De feiten volgens Eufiletos
Καὶ ταῦτα πολὺν χρόνον οὕτως ἐγίγνετο, καὶ ἐγὼ οὐδέποτε ὑπώπτευσα, ἀλλ᾽ οὕτως ἠλιθίως διεκείμην, ὥστε ᾤμην τὴν ἐμαυτοῦ γυναῖκα πασῶν σωφρονεστάτην εἶναι τῶν ἐν τῇ πόλει.

Προϊόντος δὲ τοῦ χρόνου, ὦ ἄνδρες, ἧκον μὲν ἀπροσδοκήτως ἐξ ἀγροῦ, μετὰ δὲ τὸ δεῖπνον τὸ παιδίον ἐβόα καὶ ἐδυσκόλαινεν ὑπὸ τῆς θεραπαίνης ἐπίτηδες λυπούμενον, ἵνα ταῦτα ποιῇ·

ὁ γὰρ ἄνθρωπος ἔνδον ἦν· ὕστερον γὰρ ἅπαντα ἐπυθόμην.

Slide 2 - Slide

σωφρονεστάτην (15) is een..., want dat zie je aan de kenletters ...

Slide 3 - Open question

Προϊόντος δὲ τοῦ χρόνου (15): welke constructie?

Slide 4 - Open question

Lees de onderstaande vertaling van r. 15–18.
Vergelijk voor de onderstaande vragen steeds
de vertaling met het Griekse origineel.

Wel, mijne heren, een hele tijd later kwam
ik onverwacht van het land thuis, en na
het eten lag het kind de hele tijd te huilen
en te dreinen. De slavin was het opzettelijk
aan het pesten om het aan het huilen te
krijgen.

(Vertaling Jeroen Bons, Lysias’ redevoeringen,
1993)
a Leg uit dat de vertaler in r. 15-16 de grammaticale structuur van het Grieks niet heeft overgenomen. Ga bij je antwoord in op zowel het Grieks als het Nederlands.
b Hoe vertaalt de vertaler ἐβόα in r. 17?
c Is het aspect in de bij b genoemde vertaling
duratief, iteratief of conatief vertaald?
(Pharos, p. 57)
d De slavin was het aan het pesten. Leg uit dat de vertaler in r. 17–18 de grammaticale
structuur van het Grieks niet heeft overgenomen. Ga bij je antwoord in op zowel 
het Grieks als het Nederlands
e Hoe vertaalt de vertaler ταῦτα in r. 18 ?

Slide 5 - Slide

Merkwaardige gebeurtenissen
Καὶ ἐγὼ τὴν γυναῖκα ἀπιέναι ἐκέλευον καὶ δοῦναι τῷ παιδίῳ
τὸν τιτθόν, ἵνα παύσηται κλᾶον.

Ἡ δὲ τὸ μὲν πρῶτον οὐκ ἤθελεν, ὡς ἂν ἀσμένη με ἑωρακυῖα ἥκοντα διὰ χρόνου·

ἐπειδὴ δὲ ἐγὼ ὠργιζόμην καὶ ἐκέλευον αὐτὴν ἀπιέναι, « ἵνα σύ γε» ἔφη «πειρᾷς ἐνταῦθα τὴν παιδίσκην· καὶ πρότερον δὲ μεθύων εἷλκες αὐτήν.» 

Κἀγὼ (krasis) μὲν ἐγέλων, ἐκείνη δὲ ἀναστᾶσα καὶ ἀπιοῦσα προστίθησι
τὴν θύραν, προσποιουμένη παίζειν, καὶ τὴν κλεῖν ἐφέλκεται.

Slide 6 - Slide

Noteer uit r. 1 - 7 een coni. Noteer ook het gebruik ervan.

Slide 7 - Open question

Noteer uit r. 1 - 7 een perfectum.

Slide 8 - Open question

r. 2 παύσηται κλᾶον: wie of wat is het
onderwerp? Antwoord in het Nederlands.

Slide 9 - Open question

De volgende woorden verwijzen elk naar een tekstelement eerder in de tekst.
Noteer bij elk van deze woorden naar welk Grieks tekstelement verwezen wordt.
r. 2 Ἡ δὲ ; r. 3 ἑωρακυῖα ; r. 4 αὐτὴν ; r. 5 μεθύων ; r. 5 αὐτήν ; r. 7 προσποιουμένη

Slide 10 - Open question

Merkwaardige gebeurtenissen
Κἀγὼ τούτων οὐδὲν ἐνθυμούμενος οὐδ᾽ ὑπονοῶν ἐκάθευδον
ἄσμενος, ἥκων ἐξ ἀγροῦ.

Ἐπειδὴ δὲ ἦν πρὸς ἡμέραν, ἧκεν ἐκείνη καὶ τὴν θύραν ἀνέῳξεν.

Ἐρομένου δέ μου τί αἱ θύραι νύκτωρ ψοφοῖεν, ἔφασκε τὸν λύχνον ἀποσβεσθῆναι τὸν παρὰ τῷ παιδίῳ, εἶτα ἐκ τῶν γειτόνων ἐνάψασθαι.

Ἐσιώπων ἐγὼ καὶ ταῦτα οὕτως ἔχειν ἡγούμην.

Ἔδοξε δέ μοι, ὦ ἄνδρες, τὸ πρόσωπον ἐψιμυθιῶσθαι, τοῦ ἀδελφοῦ τεθνεῶτος οὔπω τριάκονθ᾽ ἡμέρας·

Slide 11 - Slide

ὅμως δ᾽ οὐδ᾽ οὕτως οὐδὲν εἰπὼν περὶ τοῦ πράγματος ἐξελθὼν
ᾠχόμην ἔξω σιωπῇ. 

Μετὰ δὲ ταῦτα, ὦ ἄνδρες, χρόνου μεταξὺ διαγενομένου καὶ
ἐμοῦ πολὺ ἀπολελειμμένου τῶν ἐμαυτοῦ κακῶν, προσέρχεταί μοί τις πρεσβῦτις ἄνθρωπος, ὑπὸ γυναικὸς ὑποπεμφθεῖσα ἣν ἐκεῖνος ἐμοίχευεν, ὡς ἐγὼ ὕστερον ἤκουον·

αὕτη δὲ ὀργιζομένη καὶ ἀδικεῖσθαι νομίζουσα, ὅτι οὐκέτι ὁμοίως ἐφοίτα παρ᾽ αὐτήν, ἐφύλαττεν ἕως ἐξηῦρεν ὅ τι εἴη τὸ αἴτιον.

Slide 12 - Slide

R. 17 - 22 Μετὰ δὲ ταῦτα t/m τὸ αἴτιον.

Leg uit door welke gebeurtenis Euphiletos erachter komt dat zijn vrouw een verhouding heeft.

Slide 13 - Open question

Welke reden heeft volgens jou de andere dame (met wie Eratosthenes een relatie blijkt te hebben gehad) ertoe gedreven om de oude vrouw op Euphiletos af te sturen?

Slide 14 - Open question

R. 17 - 22: Verteltechniek
Retrospectie: Flashback; verwijzing naar iets dat eerder is gebeurd.
Prospectie: Vooruitblik; alvast iets over het vervolg vertellen om spanning in het verhaal te brengen.
Dramatische ironie: Lezer weet meer dan een personage in het verhaal.
Enargeia: Het visualiseren van gebeurtenissen door het opnemen van sprekende details, zodat de lezer dit voor zijn ogen ziet gebeuren. Hulpmiddel: praesens historicum.

Noteer het regelnummer waar elk begrip in de tekst voorkomt en geef in eigen woorden weer op welke manier het is gebruikt.

Slide 15 - Slide