ZP semester 2 H8 les 4 en/of 5

LHBTIQ+
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

LHBTIQ+

Slide 1 - Slide

Wat betekent LHBTIQ+?
A
Lesbiennes, homoseksuelen, transgenders, biseksuelen, interseksen en queer
B
liefdeskoppels, homoseksuelen, travestieten, biseksuelen, iedereen en queen
C
Lesbiennes, hetero's, travestieten, bipolairen, iedereen en queer
D
liefdelozen, homoseksuelen, transgenders, biseksuelen, interseksen en quote

Slide 2 - Quiz

  • L: lesbische vrouwen

  • H: Homoseksuele mannen

  • B: Biseksuele mensen

  • T: Transgender personen

  • I: Intersekse personen; man of vrouw, maar met kenmerken van de andere sekse (fysiek)

  • Q: Queer; niet hetero, maar ook niet een van bovenstaande

Slide 3 - Slide

Non-binair
Iemand die non-binair is voelt zich niet thuis in de 'binaire' hokjes man of vrouw. Non-binair is eigenlijk een parapluterm: het wordt gebruikt voor alle genders die buiten de tweedeling man/vrouw vallen. Sommige non-binaire mensen noemen zich bijvoorbeeld genderqueer, agender of genderfluïde. Een deel van de non-binaire personen noemt zich ook transgender.
Non-binaire mensen gebruiken vaak andere aanspreekvormen dan hij of zij, hem of haar. In het Nederlands gebruiken veel non-binaire mensen hen en hun of die en diens als aanspreekvorm. Welke aanspreekvorm non-binaire mensen willen gebruiken, kan variëren. Als je niet weet hoe iemand wil worden aangesproken kan je er altijd gewoon naar vragen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Ken jij 1 of meerdere LHBTI-er(s)?
A
Ja, ik ken er 1
B
Ja, ik ken er meerderen
C
Nee
D
Ik heb hier nog nooit met iemand over gesproken

Slide 6 - Quiz

Is het onderwerp LHBTI bespreekbaar in je omgeving (vriendengroep, familie, etc)?
A
Ja
B
Een beetje
C
Nee
D
Het onderwerp is taboe

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Link

  • Is er bij Bas sprake van discriminatie?

  • Waarom wel/ niet? Motiveer je antwoord

  • Vergelijk Artikel 1 (iedereen is gelijk en moet gelijk behandeld worden) met Artikel 6 (vrijheid van godsdienst en levensovertuiging) van onze Grondwet.

  • Wat vind jij?


Slide 9 - Slide

Rechten voor minderheden
Meer rechten voor de ander, betekent niet 
minder rechten voor jou. 

Het is geen pizza...

Slide 10 - Slide

Volgende twee dia's (en opdracht): 
Formuleer je mening

Formuleer je mening en onderbouw deze met een argument bij de stellingen die je te zien krijgt.

Maak gebruik van de argumentatiestructuur:
- Ik ben het eens met de stelling, omdat..............................…...
- Ik ben het niet eens met de stelling, want..........................……..

Slide 11 - Slide

Stelling: Je kunt er niks aan doen op wie je verliefd wordt?

Slide 12 - Open question

Stelling: twee mannen of twee vrouwen mogen niet in het openbaar zoenen.

Slide 13 - Open question

Info en vragen

coczeeland.nl

coach, docenten, IB'ers

Slide 14 - Slide

Aan de slag
Zie 'geplande taken'
opdracht 4 en 5 van 8.3 zijn erbij gekomen

Slide 15 - Slide