Quiz: La France

La leçon de français
1 / 54
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

La leçon de français

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoe zeg je België in het Frans?
A
Pays de Belge
B
Belgia
C
Le Royaume Belge
D
La Belgique

Slide 3 - Quiz

Wat is een andere naam voor Parijs?
A
Stad van de Vrede
B
Stad van de Vriendschap
C
Stad van de Liefde
D
Stad van de Wetenschap

Slide 4 - Quiz

Hoe heet de supersnelle trein die tussen België en Frankrijk rijdt?
A
De Concorde
B
De Eurostar
C
De Thalys
D
De ICE

Slide 5 - Quiz

Welk Frans getal komt er na 'deux'?
A
Quatre
B
cinq
C
trois
D
sept

Slide 6 - Quiz

Hoe begroeten Fransen elkaar meestal?
A
Zwaaien
B
High-fiven
C
Buigen
D
Hand geven en kussen(op de wang) geven

Slide 7 - Quiz

Welke andere groet dan 'Bonjour' kun je gebruiken bij vrienden?
A
Hi!
B
Salut!
C
Santé
D
Merci!

Slide 8 - Quiz

Welk antwoord kun je geven op de vraag: 'Bonjour, comment ça va?'
A
ça va bien.
B
Oui.
C
S'il vous plaît.
D
Au revoir!

Slide 9 - Quiz

Wat is de echte naam van de zanger Stromae?
A
Paul Van Haver
B
Maestro
C
Papaoutai
D
Pierre Le Blanc

Slide 10 - Quiz

Welke van deze striphelden zijn Frans?
A
Suske en Wiske
B
Donald Duck en Mickey
C
Astérix en Obélix
D
Ironman & De Hulk

Slide 11 - Quiz

Hoe heet een stokbrood in het Frans?
A
Un croissant
B
Une boule
C
Une baguette
D
Une brioche

Slide 12 - Quiz

In welke andere Europese landen spreekt men Frans?
A
België , Luxemburg en Zwitserland
B
Spanje, Portugal en Italië
C
Engeland, Ierland en Denemarken
D
België, Luxemburg en Duitsland

Slide 13 - Quiz

Wat zeg je in het Frans als je iemand niet verstaat?
A
Bonjour?
B
Pardon?
C
A quelle heure?
D
Vive la France!

Slide 14 - Quiz

Hoe zeg je 'Tot ziens' in het Frans?
A
Bonjour!
B
Bonsoir!
C
Adios!
D
Au revoir!

Slide 15 - Quiz


Hoe heet de Eiffeltoren in het Frans ?
A
La Tour Eiffel
B
Le Tour de France
C
La Tour de Pisa
D
Le Eiffeltour

Slide 16 - Quiz

Hoe hoog is de Eiffeltoren
A
300mtr
B
317mtr
C
284mtr
D
293mtr

Slide 17 - Quiz

Waar hangt dit beroemde schilderij?
A
Musée Rodin
B
Louvre
C
Musée d'Orsay
D
Musée Picasso

Slide 18 - Quiz

Wie schilderde de Mona Lisa?

Slide 19 - Open question


Hoe heet deze Parijse voetbalclub ?
A
Paris Saint-Michel
B
Paris Saint-Germain
C
Paris Stade de France
D
Paris Germain

Slide 20 - Quiz

Wat is een 'croque-monsieur' ?
A
een oude meneer
B
een tosti
C
een buurman
D
macaroni met kaas

Slide 21 - Quiz

Wat is de Franse naam van dit stripfiguur ?
A
Tintin
B
Kuifje
C
Martin
D
Gaston

Slide 22 - Quiz

In welke animatiefilm speelt deze muis ?
A
Madagascar
B
Intouchables
C
Ratatouille
D
Ma vie de Courgette

Slide 23 - Quiz


Op welke straat in Parijs eindigt de Tour de France ?
A
Op de Place des Invalides
B
Op Rue Montmartre
C
Op de Champs Elysées
D
Op Rue Tour de France

Slide 24 - Quiz

Welke delicatessen zijn 'escargots' ?
A
wormen
B
kakkerlakken
C
vissen
D
slakken

Slide 25 - Quiz

Aan welke landen grenst Frankrijk onder andere?
A
België, Luxemburg, Duitsland
B
Spanje, Zwitserland, Italië, Portugal
C
Spanje, Zwitserland, Nederland
D
België, Luxemburg, Duitsland, Portugal

Slide 26 - Quiz

Frankrijk wordt bestuurd door een...
A
koning
B
prins
C
president
D
premier

Slide 27 - Quiz

Wat voor soort gebouw is het Louvre?
A
een kerk
B
een theater
C
een museum
D
een woonhuis

Slide 28 - Quiz

Hoe zeg je "fijne dag!" in het Frans?
A
bonne soirée!
B
bonne journée!
C
bonjour!
D
bonne nuit !

Slide 29 - Quiz

Wat is de bijnaam van het Franse voetbalelftal?
A
Les Roses
B
Les Oranges
C
Les Bleus
D
Les Blancs

Slide 30 - Quiz


'J'aime la France' betekent : 
A
Ik hou van Frankrijk
B
Hij houdt van Frans
C
Ik hou van Frans
D
Ik hou van de Fransen

Slide 31 - Quiz


Wat is 'de Cola' in het Frans?
A
le Cola
B
le Coca
C
le Coke
D
la Loca

Slide 32 - Quiz


Hoe bestel je bij de bakker
 5 croissantjes en 1 stokbrood' ?
A
Je voudrais cinq baguettes et un croissant
B
Je voudrais cinq croissants et cinq baguettes
C
Je voudrais cinq croissants
D
Je voudrais cinq croissants et une baguette

Slide 33 - Quiz

Hoeveel stokbrood eten alle Fransen samen per jaar?
A
8 miljoen
B
1 miljard
C
6 miljard
D
10 miljard

Slide 34 - Quiz

Wanneer was Napoleon geboren?
A
1772
B
1920
C
1769
D
1866

Slide 35 - Quiz

Hoe heette de bekendste veldslag van Napoleon Bonaparte?
A
Dunkerke
B
Waterloo
C
Fumer de Paris
D
Bastille

Slide 36 - Quiz

Wat deed Napoleon B. NIET?
A
Kroonde zichzelf tot keizer
B
Hij maakte achternamen verplicht
C
Veranderde zijn naam van Lodewyck naar Napoleon
D
Voerde de meter en kilogram in

Slide 37 - Quiz

Wanneer is de nationale feestdag van Frankrijk?
A
12 juni
B
1 januari
C
14 juli
D
6 mei

Slide 38 - Quiz

Wat viert men op 14 juli?
A
Begin Franse Revolutie
B
Opening van kasteel Versailles
C
Kroning van Napoleon
D
Einde Franse revolutie

Slide 39 - Quiz

Hoe heet deze kaas?

Slide 40 - Open question

Wat is het nationale symbool van Frankrijk?
A
Een stokbrood
B
Een atlas
C
Een haan
D
Een windroos

Slide 41 - Quiz

Wat is de meest populaire sport in Frankrijk?

Slide 42 - Open question

Bij welke feestdag stoppen ze een kroontje in een taart als spelletje?
A
Allerheilige
B
3 koningen
C
Dag van de arbeid
D
L'Armistice

Slide 43 - Quiz

Wat is er op 1 november in Frankrijk
A
Allerheilige
B
Maria ten ophemeling
C
l'Advent
D
L'armistice

Slide 44 - Quiz

Hoe heet een tosti in het Frans?
A
Le toast
B
Croque madame
C
Fromage-dagé
D
Croque monsieur

Slide 45 - Quiz

Hoe heten deze zoete 'gebakjes'?
A
Pastel de nata
B
La durées
C
Macarons
D
Ferrero Rocher

Slide 46 - Quiz

Welke vlag is de Franse?
A
B
C

Slide 47 - Quiz

Hoe noemen de Fransen Kerst?
A
Sylvestre
B
Noël
C
Saint Nicolas
D
L'année

Slide 48 - Quiz

LYON

Slide 49 - Drag question

Marseille

Slide 50 - Drag question

Slide 51 - Slide

Bij welk sportevenement hoort de vorige route?
A
F1 de Cannes
B
La Giro
C
F1 de Monaco
D
Tour de France

Slide 52 - Quiz

hoe heten de dingen op de foto?
A
Escargots
B
Haricoverts
C
Les étoilles
D
Foie Gras

Slide 53 - Quiz

Wanneer eten de Fransen het voedsel op de foto?
A
Met pasen
B
Met de verjaardag
C
Met kerst
D
De 1e november

Slide 54 - Quiz