08. Thema 2, week 3les 9 samengestelde woorden met tussenletter(s)

Wat is een samengesteld woord?
1 / 38
next
Slide 1: Open question
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat is een samengesteld woord?

Slide 1 - Open question

Samengesteld woord
Bij veel samenstellingen kun je de woorden aan elkaar plakken, zoals

huis en dier = huisdier.
school en plein = schoolplein
Soms kan dat niet. Dan gebruik je één of meer tussenletters zoals de -e- of -en-

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Ik kan samengestelde woorden met de tussenletter(s) -e- of -(e)n- correct spellen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

tussenletters -en-
het boek
de kast
de boeken
kast
tussenletters -en-

Slide 5 - Slide

hond+hok = ..........

Slide 6 - Open question

Wat is de juiste schrijfwijze van
TULP EN BOL
A
tulpenbol
B
tulpebol

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze van
WESP EN STEEK
A
wespesteek
B
wespensteek

Slide 8 - Quiz


paard + bloem = ...........

Slide 9 - Open question


pan + koek = ...........

Slide 10 - Open question


hond + hok = ...........

Slide 11 - Open question

2. tussenletter -e-
Als het eerste woord in het meervoud geen -en heeft.

de rijst + de pap.
Rijst heeft geen –en in het meervoud, je zegt niet rijsten

dus rijstepap.



Slide 12 - Slide

3. tussenletter -e-
Als het eerste woord geen zelfstandig naamwoord is maar het  woord een bijvoeglijk naamwoord is

Zoals
hoog + de school = de hogeschool

hoog is een bijvoeglijk naamwoord, het zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Slide 13 - Slide

REGEL 4

Slide 14 - Slide

REGEL 5
de maan + schijn =
de maneschijn

Slide 15 - Slide

regel 6
asperge - asperges




asperge + soep = aspergesoep

Slide 16 - Slide


Slide 17 - Open question


zon + bloem = ...

Slide 18 - Open question


zon + wijzer = ...

Slide 19 - Open question

onthoudwoorden
Een aantal onthoudwoorden schrijf je ook met -e-, zoals apekool.

jokkebrok

Slide 20 - Slide

Geef een voorbeeld van een samengesteld woord met een tussenletter -e-

Slide 21 - Open question

Wat is juist?
A
rode kool
B
rodenkool
C
rodekool

Slide 22 - Quiz

Wat is juist?
A
katbak
B
kattebak
C
kattenbak

Slide 23 - Quiz

Wat is juist?
A
zonnenbloem
B
zonnebloem
C
zonbloem

Slide 24 - Quiz

Wat is juist?
A
Reuzenleuk
B
Reuzeleuk

Slide 25 - Quiz

Wat is juist?
A
reuzesprong
B
reuzensprong

Slide 26 - Quiz

GROENTE + SOEP = ?

Slide 27 - Open question



De man is zo sterk als een beer!
De man is b................

Slide 28 - Open question


peer + boom = ?

Slide 29 - Open question


reus + honger = ?

Slide 30 - Open question


zon + brand = ?

Slide 31 - Open question

Wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 32 - Open question

dicteewoord 1

Slide 33 - Open question

dicteewoord 2

Slide 34 - Open question

dicteewoord 3

Slide 35 - Open question

dicteewoord 4

Slide 36 - Open question

dicteewoord 5

Slide 37 - Open question

SPELLING

Thema 2- week 1 - les 1
Opgave 2
Opgave 3
10 x plussen

Slide 38 - Slide