TAAL

GEEF EEN SAMENSTELLING
MET hoofd
1 / 15
next
Slide 1: Mind map
NederlandsLager onderwijs

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

GEEF EEN SAMENSTELLING
MET hoofd

Slide 1 - Mind map

GEEF EEN SAMENSTELLING
MET groot

Slide 2 - Mind map

GEEF EEN AFLEIDING MET ALS ACHTERVOEGSEL -heid

Slide 3 - Mind map

SAMENSTELLING
AFLEIDING
schuldig
kinderachtig
betaal
ademloos
zakdoek
hoofddeksel
regenjas
duikbril

Slide 4 - Drag question

Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?
"In het oude Delphi stond een mooie tempel."
A
oude
B
stond + Delphi
C
tempel + oude
D
Delphi + tempel

Slide 5 - Quiz

Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?
"Ook arme mensen kwamen naar de waarzegster luisteren."
A
arme + mensen
B
mensen
C
kwamen + waarzegster
D
waarzegster + mensen

Slide 6 - Quiz

Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?
"Ze vroegen haar om hulp bij belangrijke en moeilijke beslissingen."
A
vroegen + moeilijke
B
moeilijke + beslissingen
C
beslissingen
D
belangrijke

Slide 7 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin?
"In het oude Delphi stond een mooie tempel."
A
oude + mooie
B
stond + mooie
C
mooie + Delphi
D
Delphi

Slide 8 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin?
"Ook arme mensen kwamen naar de waarzegster luisteren."
A
arme
B
mensen
C
kwamen
D
waarzegster

Slide 9 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin?
"Ze vroegen haar om hulp bij belangrijke en moeilijke beslissingen."
A
vroegen
B
moeilijke + belangrijke
C
beslissingen
D
belangrijke + vroegen

Slide 10 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van "vrouw"?

Slide 11 - Open question

Wat is het verkleinwoord van "ketel"?

Slide 12 - Open question

Wat is het verkleinwoord van "weg"?

Slide 13 - Open question

Wat is het verkleinwoord van "jongen"?

Slide 14 - Open question

Wat is het verkleinwoord van "boom"?

Slide 15 - Open question