V1 - Nederlands - p4 - fictie par 1

V1 - Nederlands - Fictie (vs. non-fictie)

1 / 21

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 70 min

Items in this lesson

V1 - Nederlands - Fictie (vs. non-fictie)

Slide 1 - Slide

Programma

Wat weet je nog van ...?
Leerdoel
Wat weet je al van....?
Fictie en non-fictie - theorie
Fictie en non-fictie - aan de slag
Leerdoel check
Volgende les

Slide 2 - Slide

Leerdoel

Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen fictie en non-fictie.

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog van ....?

In periode 2 hebben we het bij leesvaardigheid gehad over tekstdoelen.

Slide 4 - Slide

Welke vijf tekstdoelen ken je?

Slide 5 - Open question

Tekstdoelen + fictie en non-fictie

Je hebt net een vraag beantwoord over tekstdoelen. Deze les gaat over fictie en (non-)fictie.
We bespreken straks wat tekstdoelen en (non-)fictie met elkaar te maken hebben.

Slide 6 - Slide

Wat weet je al van....?

Beantwoord de vraag op de volgende slide.

Slide 7 - Slide

Wat weet je al van fictie en/of non-fictie?

Slide 8 - Mind map

Wat wil je nog weten van...?

Beantwoord de vraag op de volgende slide.

Slide 9 - Slide

Wat wil je nog te weten komen over fictie en/of non-fictie?

Slide 10 - Mind map

Fictie en non-fictie

Wat je leest, kun je verdelen in fictie en non-fictie.

1. Teksten en beelden over de werkelijkheid heten non-fictie.

2. Verzonnen verhalen zijn fictie.

Slide 11 - Slide

Non-fictie...

...gaat over dingen die echt gebeuren.

Vormen van non-fictie:

Krantenartikel
Schoolboek
Documentaire
Jeugdjournaal
Biografie

Slide 12 - Slide

Fictie...

...gaat over verzonnen verhalen.

Vormen van fictie:

Strip
Boek / gedichten
Film
Series
Korte verhalen
Musical

Slide 13 - Slide

Fictie...

Kan echt gebeurd zijn. Deze verhalen noemen we realistische verhalen.
Denk aan de boeken van Anna Woltz (100 uur nacht) of Mirjam Mous (Boy7).
Kan in het echt niet gebeurd zijn. Deze verhalen noemen we fantasieverhalen.
Denk aan: Lord of the Rings, Harry Potter, etc.

Slide 14 - Slide

Tekstdoelen + fictie en non-fictie

Op de volgende slide verschijnt een sleepvraag. Beantwoord die sleepvraag voor jezelf.

Slide 15 - Slide

Sleepvraag:

Horen de tekstdoelen links bij fictie of bij non-fictie?

Amuseren

Instrueren

Informeren

Overtuigen

Activeren

Non-fictie

Fictie

Slide 16 - Drag question

Aan de slag!

1. Ga naar je boek op blz. 64.

2. Maak opdrachten 1 en 2.

4. Klaar? Klik op het plusje

voor meer informatie over de schrijver.

Je schrijft de antwoorden in je schrift.

Je werkt in stilte.

timer

15:00

Rob Ruggenberg

Rob Ruggenberg is een Nederlandse journalist en schrijver van jeugdboeken. Hij schrijft vooral in de genres historische verhalen en avonturenverhalen.

Kijk eens op zijn website voor meer informatie: https://www.ruggenberg.nl/

Slide 17 - Slide

Bespreken

1. Ga naar je boek op blz. 64.

2. Maak opdrachten 1 en 2.

Rob Ruggenberg

Rob Ruggenberg is een Nederlandse journalist en schrijver van jeugdboeken. Hij schrijft vooral in de genres historische verhalen en avonturenverhalen.

Kijk eens op zijn website voor meer informatie: https://www.ruggenberg.nl/

Slide 18 - Slide

Check leerdoel

1. Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen fictie en non-fictie.

Slide 19 - Slide

Leerdoel 1: Leg uit wat het verschil is tussen fictie en non-fictie.

Slide 20 - Open question

Volgende les

Leesvaardigheid.

Slide 21 - Slide