Thema 3.1 Les 8.3 Vermeerderen van een plant

Groentechnische wereld

Thema 3.1 Wonen

Les 8.3

Vermeerderen van planten
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Groentechnische wereldMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Groentechnische wereld

Thema 3.1 Wonen

Les 8.3

Vermeerderen van planten

Slide 1 - Slide

Vegetatief vermeerderen

Slide 2 - Slide

Generatief vermeerderen

Slide 3 - Slide

Vegetatief = ongeslachtelijk
 
Hier is geen bevruchting voor nodig.
Een plant kan zichzelf dus vermeerderen door bijvoorbeeld bollen of uitlopers te maken.

Vermeerderen door plantonderdelen te gebruiken.

Generatief = geslachtelijk
 
Hier is wel bevruchting voor nodig.
De vrouwelijke bloem wordt bevrucht en maakt zaden. Deze zaden verspreiden zich en zo groeit een nieuwe plant.

Vermeerderen door zaad te gebruiken.

Slide 4 - Slide

Kunstmatig...
Het stekken dat we vandaag gaan doen is kunstmatig. 
Dit betekent dat de plant dit zelf niet zou kunnen.
We gaan stukjes van de planten afsnijden en er voor zorgen dat hier worteltjes aan groeien.
Ze krijg je meerdere plantjes van dezelfde 'moerplant'.
We gaan kunstmatig vermeerderen door de plant te 'stekken'.

Slide 5 - Slide

Stekken, wat is dat?
Planten kun je vermeerderen door middel van 'stekken'.

Deze manier van vermeerderen heeft als voordeel dat alle eigenschappen van de moederplant behouden blijven.
Bij het zaaien van die planten gaan die typische kenmerken dikwijls verloren.
Stekken is een methode van vegetatief of ongeslachtelijk vermeerderen.
Vegetatief vermeerderen betekent uit een enkel klein deel of zelfs een enkele cel van een plant een volledig nieuwe geslachtsrijpe plant laten groeien.



Slide 6 - Slide

Soorten stekken
Er zijn veel verschillende manieren van stekken. We maken verdelen deze manieren in de volgende categorieën: 

Zomerstek
Winterstek (ook wel houtstek genoemd)
Oogstek
Wortelstek

Op school leren jullie over zomer- en winterstek.

Slide 7 - Slide

Onderdelen om mee te stekken

Slide 8 - Slide

Stek- en/of zaaigrond?


Zaaien en stekken doen we niet in potgrond, maar in speciale grond.
Waarom is dat?


Slide 9 - Slide

Pot of stektray?
Sommige stekjes zijn klein en steken we in een stekplaat of stektray.
 

Wat grotere stekken zetten we rechtstreeks in een vierkant potje en de potjes weer in een krat. ​

Slide 10 - Slide

Winterstek
In de winter, tussen december en maart, is stekken eenvoudiger dan in de zomer.
 



Vooral bij heesters met dikke, krachtige scheuten heb je na een jaar al een klein struikje . Dat kan flink geld besparen als je bijvoorbeeld een haag wilt planten.

Winterstekken worden gemaakt van goed uitgegroeide, gezonde éénjarige houtachtige twijgen,
gedurende de winter, dus zonder bladeren.


Slide 11 - Slide

Onderdelen van een winterstek

Slide 12 - Slide

Doel van de winterstek
Zorgen voor wortelvorming na
de winter.

Wondweefsel (callus = eelt) laten vormen op de wondjes.

In het voorjaar groeien hier de nieuwe wortels.






Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Het bewaren van winterstek

Slide 15 - Slide

Het uitplanten...
Nog voor de wortelvorming plant je de winterstekken uit in volle grond.
 
Meestal is dit tussen einde februari en half april.

Vroeg uitplanten geeft meestal een betere groei, dan laat uitplanten.

De meeste stekken hebben dan wondweefsel gevormd.








Slide 16 - Slide

Richtlijnen bij het stekken

Slide 17 - Slide

Winterstek maken is een methode om bomen en struiken ...?
A
te vermeerderen
B
te snoeien
C
uit te dunnen

Slide 18 - Quiz

Voor winterstek gebruik je takken die ...?
A
nog moeten groeien
B
dit jaar zijn gegroeid
C
vorig jaar zijn gegroeid

Slide 19 - Quiz

Winterstek wordt gemaakt van takken die ...?
A
volop in het blad staan
B
geen blaadjes hebben
C
vol bloemknoppen zitten

Slide 20 - Quiz

Winterstek kun je maken van...?
A
september tot december
B
november tot maart
C
januari tot mei

Slide 21 - Quiz

Verwonden van de stek is belangrijk omdat?
A
Dit de wortelgroei bevordert
B
Je de stekels van de takken haalt
C
Je de knoppen verwijdert

Slide 22 - Quiz

Wat is een moerplant?
A
Zo noem je de plant die je krijgt van je winterstekje
B
Zo noem je de plant waar je de stekken van knipt
C
Zo noem je de plant die niet geschikt is om stekken van te knippen

Slide 23 - Quiz

De lengte van een winterstek is ongeveer ...?
A
5 a 10 cm
B
10 a 15 cm
C
15 a 20 cm

Slide 24 - Quiz

Aan de slag
Knip in overleg met je docent een aantal takken van afgelopen jaar. Zorg dar deze takken niet compleet verhout zijn.
 

Knip deze kleiner in lengtes van 10-15 cm (niet door de okselknoppen) en bundel deze in bundeltjes van 10.

Zet de stekken ongeveer 2/3 in de grond.
LET OP dat jullie de onder- en bovenkant goed in de gaten houden.




Slide 25 - Slide

Benodigdheden per tafel
Twee snoeischaren
Stekgrond
Elastiekje of touw
Sleufetiket
Watervaste stift
1 grote ronde pot​


Slide 26 - Slide