Wederkerende werkwoorden

Los verbos refexivos: de wederkerende werkwoorden
1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Los verbos refexivos: de wederkerende werkwoorden

Slide 1 - Slide

Zich wassen = lavarse
- Se = zich
Een wederkerend werkwoord herken je aan -se

Slide 2 - Slide

Stap 1 
Je haalt se van het werkwoord af

--> dus lavarse wordt lavar

Slide 3 - Slide

Stap 2 
Normale werkwoord vervoeging zoals je die kent. 


Slide 4 - Slide

Stap 3
We missen nog iets! Lavar = wassen
se = zich dus moeten we dat per persoon toevoegen

yo: me
tú: te 
él/ella/usted: se
nosotros: nos
vosotros: os
Ellos/ellas/ustedes: se

Slide 5 - Slide

LET OP!
Niet alle wederkerende werkwoorden in het Nederlands, zijn ook wederkerend in het Spaans. 

Slide 6 - Slide

Vervoeg levantarse in de ik-vorm

Slide 7 - Open question

Vervoeg ducharse in de tú-vorm

Slide 8 - Open question

Vervoeg vestirse in de nosotros vorm

Slide 9 - Open question

Vervoeg ponerse in de vosotros vorm

Slide 10 - Open question

Vervoeg acostarse in de ik vorm(let op o wordt ue)

Slide 11 - Open question

Vervoeg levantarse in de usted vorm

Slide 12 - Open question

Vervoeg lavarse in de ellos vorm

Slide 13 - Open question

Vervoeg bañarse in de tú-vorm

Slide 14 - Open question

Vervoeg Llamarse in de ella vorm

Slide 15 - Open question

Vervoeg quedarse in de vosotros-vorm

Slide 16 - Open question