La gastronomie française quiz

1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide





La gastronomie française

Slide 2 - Slide

Quels sont les spécialités
de la gastronomie
française ?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide


C'est quel plat français?
A
une pannenkoek
B
une pancake
C
une cake de panne
D
une crêpe

Slide 5 - Quiz



                                                                 











https://youtu.be/atNkI6QFZ50












Oh, crêpe!

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide


C'est quelle spécialité française?
A
Un bonbon
B
Un macron
C
Un biscuit
D
Un macaron

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide


C'est quel dessert français?
A
Dame Blanche
B
Crème Brûlée
C
Quiche Lorraine
D
Moelleux au chocolat

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide


C'est quel plat français?


A
Salade niçoise
B
Salade française
C
Salade parisienne
D
Salade verte

Slide 12 - Quiz

Welke Franse merken ken je?
Sleep het merk naar het juiste product.
Danone
La vache qui rit
Orangina
Bonduelle
une boisson à l'orange
du fromage
des haricots verts
des yaourts

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide


C'est délicieux et on l'appelle ... ?
A
Tartiflette
B
Quiche
C
Crêpe
D
Tarte tatin

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Qu'est-ce qu'on mange?
A
les escargots
B
la bave
C
les slacques
D
les huitres

Slide 17 - Quiz

De Franse maaltijd bestaat vaak uit 4 gangen!
Sleep de gang naar de juiste vertaling.
Une entrée
un plat principal
un dessert
du fromage
Een toetje
een hoofdgerecht
kaasplankje
een voorgerecht

Slide 18 - Drag question

Hoeveel verschillende kaassoorten bestaan er
in Frankrijk?
A
365
B
Ongeveer 100
C
Tussen de 400 en 500
D
691

Slide 19 - Quiz


Welke Disney film is vernoemd naar
een Frans gerecht?
A
Belle en het beest
B
Ratatouille
C
Assepoester
D
De Klokkenluider van de Notre Dame

Slide 20 - Quiz


le français c'est une langue importante dans les cuisines des restaurants renommés :
que signifie 'julienne'?
A
Iemand die altijd op vakantie gaat in de maand juli
B
Een snijtechniek voor het in reepjes snijden van groenten of aardappelen
C
Een kapsel waarbij de haren schuin afgeknipt zijn

Slide 21 - Quiz

Koppel de recepten met waar zij vandaan komen.
La Guadeloupe
Le Québec (Canada)
Le Maroc
Le Nord- Pas de Calais (France)
Le Vietnam
La Côte d'Ivoire
1. Cha Gio
2. Le punch
3. Les moules frites
4. La poutine
5. Le couscous
6. Le kedjenou de poulet

Slide 22 - Drag question

Welk drankje krijg je als je een 'chocolat chaud' bestelt?

Slide 23 - Open question

Als je iemand smakelijk eten wenst op vakantie,
dan zeg je:
A
bon voyage
B
bonne chance
C
bon appétit
D
bonnes vacances

Slide 24 - Quiz


Comment traduisez-vous
'la gastronomie'?
A
de gastvrijheid
B
wijn bij het eten
C
de gastenlijst
D
de kookkunst

Slide 25 - Quiz

Merci de votre attention !

Slide 26 - Slide