This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoofdstuk 7
Wie heeft het voor het zeggen?
Slide 2 - Slide
H7.3: Hoe komt de overheid aan geld?
Programma:
Uitleg paragraaf 7.3
Lesdoelen par. 7.3
Volgende les: Herhaling/reflectie en bespreken huiswerk
Slide 3 - Slide
Reflectie: Zijn de lesdoelen behaald?
Je kunt voorbeelden noemen van enkele belastinginkomsten van de overheid.
Je kunt de belangrijkste inkomsten noemen die een gemeente heeft.
Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte belastingen.
Je kunt enkele niet-belastingontvangsten noemen.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Lesdoelen: na de les weet je.....
Je kunt voorbeelden noemen welke inkomsten een gemeente heeft.
Je kunt de belangrijkste inkomsten voor het rijk noemen.
Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte belastingen.
Slide 7 - Slide
Wat betekent de afkorting BTW?
A
bruto toenemende waarde
B
belasting toenemende waarde
C
bruto toegevoegde waarde
D
belasting toegevoegde waarde
Slide 8 - Quiz
Uitleg en instructie...
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Huiswerk volgende les
Maken:
Par. 7.3: Opdrachten 8 t/m 10
Slide 12 - Slide
Rekenvraag: Marloes betaalt aan huur maandelijks € 678. Ze ontvangt € 112 huurtoeslag per maand. Bereken hoeveel procent van de maandhuur Marloes zelf moet betalen.
Slide 13 - Open question
Maken opdrachten
Maken van opdrachten 1 t/m 7 (blz. 130-131)
timer
20:00
Slide 14 - Slide
Directe belasting
Indirecte belasting
Andere inkomsten
Slide 15 - Drag question
BTW is een voorbeeld van een ......
A
directe belasting
B
indirecte belasting
Slide 16 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een niet-belastingontvangst?
A
BTW
B
Parkeergeld
C
Accijns
Slide 17 - Quiz
Bij het kopen van een ID-kaart wordt uitgegaan van het .......
A
solidariteitsbeginsel
B
profijtbeginsel
Slide 18 - Quiz
De loonbelasting is een voorbeeld van een ...
A
directe belasting
B
indirecte belasting
Slide 19 - Quiz
Wat is de grootste bron van inkomsten voor de gemeenten?