Overleef de ramp: Schrijf je eigen verhaal

Overleef de ramp: Schrijf je eigen verhaal
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Overleef de ramp: Schrijf je eigen verhaal

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen leerlingen beschrijvingen en gebeurtenissen uit een informatieve tekst halen. Daarna kunnen ze een narratieve tekst schrijven.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over vliegtuigrampen en overlevingsverhalen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Informatieve tekst
Lees de informatieve tekst over een vliegtuigramp waarbij de romp van een vliegtuig afbrak tijdens het vliegen. 

- Markeer beschrijvingen 
- Nummer de gebeurtenissen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

1. Kies een hoofdpersonage
- Wat is zijn/haar identiteit? 
- Met welk doel reist het personage? 
- Waar komt het personage vandaan? 
- Zijn er bepaalde karaktereigenschappen die hem/haar in de weg kunnen staan? 
- Welke attributen heeft het personage mee? 
- Hoe reageert het personage op een afgebroken romp? 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Ik-persoon – verleden tijd
Ik had geen zin in deze dag.
Ik-persoon – tegenwoordige tijd
Ik heb geen zin in deze dag. De taxi die me naar het vliegveld moet brengen staat al te wachten.
Alwetende verteller
Yannick had geen zin in deze dag. Hij zou zijn leven voorgoed achter zich moeten laten. Zijn leven in Alaska is steeds goed verlopen, maar in Californië zou alles anders worden. De gevaren die daar op hem wachtten kon hij niet voorspellen.

Ik-persoon – tegenwoordige tijd
Ik heb geen zin in deze dag. De taxi die me naar het vliegveld moet brengen staat al te wachten.

Ik-persoon – verleden tijd
Ik had geen zin in deze dag.

Alwetende verteller
Yannick had geen zin in deze dag. Hij zou zijn leven voorgoed achter zich moeten laten. Zijn leven in Alaska is steeds goed verlopen, maar in Californië zou alles anders worden. De +gevaren die daar op hem wachtten kon hij niet voorspellen.




Slide 7 - Slide

Hulpmiddel tijdens het schrijven
Onderzoeksvraag
Onderzoeksvraag: Welke prompts kan ik gebruiken om een tekst te reviseren door een AI-model? 

Schrijven is een complexe activiteit. Je zet je hersenen op verschillende vlakken aan het werk en tijdens het proces bots je op tal van problemen die je graag ook snel wil oplossen.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Brainstorm - placemat 
Individueel: noteer welke vragen door je hoofd spoken als je een tekst schrijft. Op welke probleem je bots je wel eens? 

Bijvoorbeeld: "Ik vraag me af welke spellingsregel ik moet hanteren." 
timer
2:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Team- Wij houden van 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is jouw werkpunt? 
Maak een onderzoeksvraag, toegepast op jouw werkpunt. 



Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe schrijf je een goede prompt?
- Ga naar deze website.  
- Selecteer 3 tips die jij zal toepassen. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Werkwijze en waarningen
Probeer verschillende prompts uit op je tekst. 
Noteer telkens je waarnemingen en neem notities van je werkwijze. 


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Besluit
Beantwoord je onderzoeksvraag. 



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Rapporteer
- Vermeld je onderzoeksvraag, je hypothese, je werkwijze, je waarnemingen en je besluit.  
- Presenteer je werk, vertel. Gebruik een presentatie voor de visuele ondersteuning. 




Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.