H6.3 gelijkvormig 1

Huiswerk: Opgave 15, 19 en 23
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Huiswerk: Opgave 15, 19 en 23

Slide 1 - Slide

15)
de vergrotingsfactor =
A
0,30
B
0,31
C
0,32
D
0,33

Slide 2 - Quiz

Je kunt ook een zijde meten, maar kleiner is onnauwkeuriger.

Slide 3 - Slide

Opgave 19
Welk percentage moet Dirk kiezen?
A
25%
B
30%
C
33,3%
D
35%

Slide 4 - Quiz

Opgave 24
De maten zijn
A
6 bij 4,8 cm
B
8 bij 6 cm
C
4,8 bij 4 cm
D
8 bij 4,8 cm

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

H6    

Slide 7 - Slide

Je leert:

*Gelijkvormigheid herkennen
*Notatie bij gelijkvormigheid

Slide 8 - Slide

Gelijkvormig
Als je een figuur gaat vergroten dan blijven de hoeken even groot. 
Dat heet gelijkvormig

driehoek ABC is gelijkvormig aan driehoek DEF

        ABC  ~      DEF

Δ
Δ

Slide 9 - Slide

Gelijkvormige driehoeken
De 2 driehoeken hiernaast zijn gelijkvormig
Dit is te zien aan de tekentjes in de hoeken.
hoek K = hoek Q
hoek L = hoek R
hoek M = hoek P
De letters van driehoek PQR veranderen van volgorde!
!

Slide 10 - Slide

Gelijkvormig
      KLM ~    QRP

Zijden driehoek: 
QR is een vergroting van KL
RP is een vergroting van LM
QP is een vergroting van KM
Δ
Δ

Slide 11 - Slide

KLM is gelijkvormig met 
Δ
Δ
PQR
PRQ
RPQ
RQP
QPR
QRP

Slide 12 - Drag question

Gelijkvormig
      KLM ~    QRP

Zijden driehoek: 
QR is een vergroting van KL
RP is een vergroting van LM
QP is een vergroting van KM
Δ
Δ
de zijdes zet je onder elkaar in een tabel als je moet rekenen.
!

Slide 13 - Slide

Δ
Δ
   KLM
KL
LM
   QRP
QR
QP
KM
MK
RP
PR

Slide 14 - Drag question


Welke hoek is even groot als hoek A?
A
B
B
D
C
E
D
F

Slide 15 - Quiz


Welke hoek is even groot als 
hoek C?
A
B
B
D
C
E
D
F

Slide 16 - Quiz


Welke zijde hoort bij AB?
A
DF
B
FD
C
DE
D
ED

Slide 17 - Quiz

D
E
F  P
Q
R
*
*
o
o
x
x
Δ
Δ
DEF
DF
PQR
PRQ
PR
PQ
RQ
QR
DE
EF

Slide 18 - Drag question

Gelijkvormige driehoeken hebben hoeken die even groot zijn.

waar
niet waar

Slide 19 - Poll

Gelijkvormige driehoeken hebben zijden die even lang zijn.

waar
niet waar

Slide 20 - Poll

het teken van gelijkvormig is

=
~

Slide 21 - Poll

Welke driehoek is gelijkvormig aan ∆𝐴𝐵𝐶?

Slide 22 - Poll

Welke zijde hoort bij BC?

DE
EF
FE
FD

Slide 23 - Poll

∆𝐾𝐿𝑀~∆𝑄𝑅𝑃
Welke hoek is even groot als ∠𝐿?

∠P
∠Q
∠R

Slide 24 - Poll

Huiswerk.
maken blz. 60       opgave 26 (staat soms 24) en 28

Slide 25 - Slide