3basis H6 Oppervlakte en omtrek

Alles herhalen van Hoofdstuk 6
  1. Eenheden van oppervlakte
  2. Omtrek van een rechthoek
  3. Oppervlakte van een rechthoek
  4. Oppervlakte van een driehoek
  5. Oppervlakte van vlakke figuren
  6. Omtrek van een cirkel
  7. Oppervlakte van een cirkel
1 / 27
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Alles herhalen van Hoofdstuk 6
  1. Eenheden van oppervlakte
  2. Omtrek van een rechthoek
  3. Oppervlakte van een rechthoek
  4. Oppervlakte van een driehoek
  5. Oppervlakte van vlakke figuren
  6. Omtrek van een cirkel
  7. Oppervlakte van een cirkel

Slide 1 - Slide

Stampen!

Slide 2 - Slide

Stampen!

Diameter = hele doorsneden
Straal = de helft

oppervlakte cirkel: straal x straal x pi
omtrek cirkel: diameter x pi

Slide 3 - Slide

Proeftoets


Zorg dat je je boek, pen, papier
en rekenmachine
voor je hebt liggen.


SUCCES!

Slide 4 - Slide

Zet de lengte maten op de juiste volgorde
HM
M
KM
CM
DAM
DM
MM

Slide 5 - Drag question

10 km = .... m
A
1000
B
100
C
10 000
D
1

Slide 6 - Quiz

180 cm = ... dam
A
1,8
B
0,18
C
0,018
D
18

Slide 7 - Quiz

Zet de lengte maten op de juiste volgorde
HM2HA
M2
CA
KM2
CM2
DAM2 ARE
DM2
MM2

Slide 8 - Drag question

8,5 m2 = .............. cm2
A
85
B
850
C
8 500
D
85 000

Slide 9 - Quiz

430 km2 = ........... ha
A
4,3
B
43
C
0,43
D
430

Slide 10 - Quiz

Hoe bereken je de oppervlakte van een driehoek
A
lengte x breedte : 2
B
lengte x breedte
C
lengte + breedte
D
pi x lengte x breedte

Slide 11 - Quiz

Bij het berekenen van de omtrek bij een rechthoek, vierkant en driehoek doe je:
A
alle zijdes + elkaar
B
lengte x breedte

Slide 12 - Quiz

Bereken de omtrek van
het voetbalveld

A
190 m
B
8 400 m
C
380 m
D
4 200 m

Slide 13 - Quiz

De oppervlakte van een rechthoek reken je zo uit:
A
lengte x breedte
B
alle zijdes + elkaar

Slide 14 - Quiz

Bereken de oppervlakte
van het voetbalveld

A
190 m
B
8 400 m
C
380 m
D
4 200 m

Slide 15 - Quiz

Bereken de oppervlakte
van het vlakke figuur
A
200 m2
B
180 m2
C
188 m2
D
60 m2

Slide 16 - Quiz

Bereken de oppervlakte
van de driehoek
A
5 cm2
B
10 cm2
C
11,5 cm2
D
50 cm2

Slide 17 - Quiz

Bereken de oppervlakte
van de driehoek
A
2,47 m2
B
1,235 m2
C
6,4 m2
D
3,2 m2

Slide 18 - Quiz

omtrek cirkel = π x diameter
oppervlakte cirkel = π x straal x straal


Bereken de oppervlakte van de cirkel

A
314 cm
B
78,5 cm
C
15,7 cm
D
31,4 cm

Slide 19 - Quiz

omtrek cirkel = π x diameter
oppervlakte cirkel = π x straal x straal


Bereken de omtrek van de cirkel
A
28,3 cm2
B
113 cm2
C
9,4 cm2
D
18,9 cm2

Slide 20 - Quiz

Wanneer gebruik je de methode figuur verdelen bij het uitrekenen van de oppervlakte?
A
Bij een samengesteld figuur waarbij alle maten bekend zijn.
B
Bij een samengesteld figuur
C
Bij een samengesteld figuur waarbij niet alle maten bekend zijn

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Bereken de omtrek van het figuur hiernaast in cm. (Alleen een getal invullen)

Slide 23 - Open question

wat is de eerste stap bij het berekenen van de oppervlakte d.m.v. inlijsten
A
Lengte x breedte
B
de omtrek uitrekenen
C
Lijst om het figuur tekenen

Slide 24 - Quiz

Bereken de oppervlakte van het figuur hiernaast.
(Alleen een getal invullen)

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Morgen starten we met hoofdstuk 8!

Slide 27 - Slide