Economie



DIVERSITEIT
Projectweek
Duurzaamheid
mavo-3        ECONOMIE
1 / 29
next
Slide 1: Slide
ProjectweekMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Introduction

In de thema modules vertellen bekende Nederlanders waarom het belangrijk is om in actie te komen voor deze thema’s. Jongeren worden gemotiveerd om zelf in actie te komen voor een van de volgende thema’s: klimaat, gelijke kansen, diversiteit, maatschappij en gezondheid. Jongeren worden geïnspireerd en gemotiveerd om in actie te komen voor het klimaat. BN’er Sander Hoogendoorn legt uit waarom hij zich zorgen maakt over zwerfafval. De jongeren worden aan het denken gezet over hun rol in het klimaatprobleem. Ook denken de jongeren na over hoe zij iets kunnen doen voor het klimaat. Aan het eind van de module komen jongeren in actie door mee te doen aan een landelijke challenge: de week zonder vlees!

Instructions

Deze les is ontworpen om klassikaal te geven. Na het afronden van de module komen de jongeren zelf in actie.

KOM MET DE HELE KLAS IN ACTIE
Na het volgen van een module komt de hele klas in actie door een grote challenge uit te voeren binnen het thema. Op deze manier maak je er echt een project van.

Items in this lesson



DIVERSITEIT
Projectweek
Duurzaamheid
mavo-3        ECONOMIE

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Er zijn veel manieren waarop je invloed kunt uitoefenen op het milieu. Wat hoorden jullie al voorbij komen? Ontdek wat jullie samen al weten en kunnen doen met de volgende opdracht!

Slide 3 - Slide


We nemen 40% van alle aarde op de wereld in beslag voor landbouw. Waar wordt de landbouwgrond vooral voor gebruikt?
VRAAG 1
A
Bomen/planten voor de sier
B
Voedsel voor mensen
C
Veehouderij
D
Bomen voor papier

Slide 4 - Quiz

Het juiste antwoord is C, veehouderij. Tweederde van alle landbouwgrond, wordt gebruikt als grasland voor vee. Slechts een derde wordt gebruikt voor akkerbouw. Van de akkerbouw is ook weer eenderde in gebruik voor veevoer

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video


Hoeveel voetbalvelden verdwijnen er per minuut door ontbossing?
VRAAG 2
A
10
B
15
C
20
D
30

Slide 7 - Quiz

Het juiste antwoord is D. 30 Voetbalvelden verdwijnen per minuut door ontbossing. Dat zijn 43.200 voetbalvelden per dag.

Slide 8 - Slide


Regenwouden worden in hoog tempo ontbost. Waarom zijn die nu juist zo belangrijk?
VRAAG 3
A
Meer dan de helft van alle diersoorten woont in het regenwoud
B
Regenwouden stoten grote hoeveelheden zuurstof uit
C
Het regenwoud gaat klimaatverandering tegen
D
Regenwouden voorzien ons van medicatie

Slide 9 - Quiz

Alle antwoorden zijn goed. Het regenwoud is dus super belangrijk! Toch vermindert het kappen van het regenwoud niet, onder andere omdat we zoveel vlees eten met elkaar en de dieren ergens moeten leven. Laten we daar eens wat dieper induiken...

Slide 10 - Slide


VRAAG 4
Wat is op jou van toepassing?
A
Ik eet elke dag vlees
B
Ik eet vegetarisch
C
Ik eet veganistisch
D
Ik eet niet elke dag vlees

Slide 11 - Quiz


VRAAG 5
Wat is op jou van toepassing?
A
Vlees eten is gezond
B
Ik kan niet leven zonder vlees
C
Een gerecht heeft geen vlees nodig om lekker te zijn
D
Een gerecht heeft vlees nodig om lekker te zijn

Slide 12 - Quiz


VRAAG 6
Hoeveel procent van al het water op de wereld is zoet en daarmee te gebruiken in huis, de landbouw, industrie, etc.?
A
20%
B
10%
C
5%
D
1%

Slide 13 - Quiz

Het antwoord is D. 1%. Het overgrote deel, wel 97% van al het water op aarde, is namelijk zout. Van het resterende zoete water is 2% bevroren, wat minder dan 1% bruikbaar water overlaat. Daar moeten we dus eigenlijk heel zuinig op zijn!

Slide 14 - Slide


Voor vee en hun voedsel is niet alleen land nodig. Hoeveel water is er nodig om een hamburger van 100 gram te kunnen maken?
VRAAG 7
A
770 liter
B
1540 liter
C
1160 liter
D
1830 liter

Slide 15 - Quiz

Het juiste antwoord is B, 1540 liter. Ter vergelijking, voor de productie van een hamburger is net zo veel water nodig als een maand lang iedere dag 6 à 7 minuten douchen. 

Slide 16 - Slide


VRAAG 8
Wat veroorzaakt gemiddeld de meeste CO2 uitstoot in een Nederlands huishouden?
A
Kleding en spullen kopen
B
Eten en drinken
C
Autorijden en OV
D
Energie in huis

Slide 17 - Quiz

Het antwoord is A. Kleding en spullen kopen. Eten en drinken komt met 21% op de tweede plek. Feitje: een week als klas geen vlees eten, bespaart evenveel CO2 uitstoot als twee keer op én neer rijden tussen Amsterdam en Parijs.

Slide 18 - Slide


VRAAG 9
Doe jij al iets om minder vlees te eten? Hoe pak je dat aan?

Slide 19 - Open question

Met z'n allen kunnen we een mega impact maken! Impactmakers Ester en Soraya gingen jullie voor en vertellen hoe zij al in actie zijn gekomen.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video


VRAAG 10
Doe jij al iets om te consuminderen? Hoe pak je dat aan?

Slide 22 - Open question

Nancy Bocken is hoogleraar duurzaam ondernemen
zij vertelt over hoe zij denkt over consuminderen

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

OPDRACHT ECONOMIE         Duurzaamheidsweek
                                       Mavo-3

Slide 25 - Slide

UITDAGING 1
Net als Soraya en Ester dagen wij jou uit om van één week GEEN VLEES TE ETEN. 
Wat is jouw reden om geen vlees te eten?

Slide 26 - Slide

UITDAGING 2
Probeer één week lang te consuminderen. 
Wat is jouw reden om te gaan consuminderen?

Slide 27 - Slide

Je gaat met de twee uitdagingen aan de slag, maak hier een verslag van.
Je krijgt hier een (1-toets) cijfer voor.
Inleverdatum: 18 juni                                                      Inleverplaats: magister

Slide 28 - Slide

Inhoud van het verslag (Geef een uitgebreide beschrijving en uitleg!)

1. Inleiding (9 punten)
a. Beschrijf wat beide uitdagingen inhouden.
b. Waarom zijn deze uitdagingen belangrijk?
c. Zou je zelf zo een uitdaging aangaan?

2. Behaalde resultaten (15 punten)
a. Benoem per uitdaging 2 dingen die je zou kunnen doen om het uit te voeren
b. Benoem 3 valkuilen die je tegen kan komen tijdens zo een uitdaging?

3. Evaluatie van de uitdaging(6 punten)
a. Als je zelf een uitdaging zou doen, welke zou je dan kiezen. Leg uit waarom.
b. Verwacht je dat je jouw familie kan overtuigen om mee te doen? Hoe zou je dat aanpakken?

Slide 29 - Slide