6.4 en 11.5 Transport door de darm, opname van stoffen

6.4 en 11.5 Transport door de darm, opname van stoffen

1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

6.4 en 11.5 Transport door de darm, opname van stoffen

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 6
6.1 - Gezonde voeding
6.2 - Verteringsstelsel
6.3 - Enzymen
6.4 - Transport door de darm, opname van stoffen
6.5 - Opslag en afbraak in de lever

Slide 2 - Slide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
11.5 en 6.4 Transport door de darm, opname van stoffen

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 6.4 en 11.5: 
  • Je beschrijft het transport van voedsel door het maagdarmkanaal.
  • Je licht de invloed toe van pH-veranderingen op de vertering van voedsel.
  • Je licht het verband toe tussen de bouw van de dunne darm en zijn opnamecapaciteit.
  • (Je beschrijft op welke twee manieren voedingsstoffen vanuit de darmen het lichaam ingaan).
  • (Je beschrijft de rol van de darmflora).





Slide 4 - Slide

Darmperistaltiek
Lengtespieren en kringspieren werken samen om voedsel door het darmkanaal te bewegen!

Peristaltische bewegingen/ darmperistaltiek

Slide 5 - Slide

Darmperistaltiek

Slide 6 - Slide

Maag
Kringspier:
voorkomt dat maagzuur naar boven gaat
Maagportier: houdt voedsel in de maag

Slide 7 - Slide

Maagportier
De maagportier opent zo nu en dan om een kleine hoeveelheid voedsel naar twaalfvingerige darm door te laten.

In de twaalfvingerige darm wordt het maagzuur (pH 2) geneutraliseerd door het alvleessap (pH 8)

Slide 8 - Slide

Voedselverwerking
  • Darmperistaltiek duwt het (gedeeltelijk) verteerde voedsel richting de dunne darm.
  • De binnenbekleding van de dunne darm is slijmvlies (kliercellen die enzymen maken, hier gaat de vertering van polymeren en vetten verder)
  • Als de stoffen klein genoeg zijn gemaakt door vertering dan kunnen ze de dekweefselcellen van de dunne darm passeren en via het weefselvocht in je bloed en lymfe terecht komen -> naar de rest van het lichaam

Slide 9 - Slide

BINAS 82C

Slide 10 - Slide

Opname door de 
dunne darm
Darmplooien - darmvlokken - microvilli (uitsteeksels dekweefselcellen)
Vergroting oppervlak (250m2)

Resorptie -> opname voedingsstoffen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Resorptie in de darmwand
= actief transport !

Slide 13 - Slide

BINAS 82E
Opname voedingsstoffen

Slide 14 - Slide

Naar de lever
In water oplosbare stoffen via darmvlokken in bloed:
Monosachariden (glucose), zouten, vitamines, aminozuren

Haarvaten darm -> poortader -> lever

Eindproducten vetvertering via lymfestelsel naar vetweefsel en de lever

Slide 15 - Slide

Functie dikke darm
  •  Bevat voedsel wat niet volledig verteerd is met veel vocht

  • Eén van de taken van de dikke darm = resorptie van water (voorkomt uitdroging)

  • Darmbacteriën (darmflora) aanwezig -> nuttig, maken bijvoorbeeld vitamine K. Zorgen voor bruine ontlasting.

Slide 16 - Slide

Darmflora
Alle darmbacteriën samen vormen darmflora, meeste onschadelijk en sommige nuttig; bijv. voor afbraak cellulose, aanmaak vitamine K of onstekingsremmende stoffen.

Prebiotica: zijn voedingsstoffen die groei van nuttige bacteriën stimuleren
Probiotica: zijn voedingsmiddelen met nuttige bacteriën


Slide 17 - Slide

Leerdoelen 6.4: 
  • Je beschrijft het transport van voedsel door het maagdarmkanaal.
  • Je licht de invloed toe van pH-veranderingen op de vertering van voedsel.
  • Je licht het verband toe tussen de bouw van de dunne darm en zijn opnamecapaciteit.
  • (Je beschrijft op welke twee manieren voedingsstoffen vanuit de darmen het lichaam ingaan).
  • (Je beschrijft de rol van de darmflora).





Slide 18 - Slide

BINAS 6.4
BINAS 67F1, 2, 3 Koolhydraten
BINAS 67G Vetten
BINAS 67H Eiwitten/ aminozuren
BINAS 82C Spijsverteringsorganen

Slide 19 - Slide

Vragen stof 6.4:

Slide 20 - Slide

Welke bewering over de darmperistaltiek is juist?
A
De darmperistaltiek duwt het voedsel door de darmvlokken heen
B
De darmperistaltiek mengt het voedsel met verteringssappen
C
Voedingsvezels verminderen de darmperistaltiek

Slide 21 - Quiz

In welk gedeelte van de darm komen veel darmvlokken voor?
A
Blindedarm
B
Dikke darm
C
Dunne darm
D
Endeldarm

Slide 22 - Quiz

Wat is de reden dat de dunne darm veel darmvlokken heeft?
A
Heeft geen reden
B
Darmvlokken zijn belangrijk voor de vertering van vetten
C
Hierdoor wordt het oppervlakte groot
D
Hierdoor wordt de inhoudt groot

Slide 23 - Quiz

Van groot naar klein, de drie vormen van oppervlakvergroting in de darm zijn:
A
darmvlokken, darmplooien, microvilli
B
microvilli, darmvlokken, darmplooien
C
darmplooien, darmvlokken, microvilli

Slide 24 - Quiz

Als alle nuttige voedingsstoffen in de dunne darm al zijn opgenomen, waarom hebben we de dikke darm dan nog nodig?

Slide 25 - Open question

Voedingsmiddelen met daarin nuttige bacteriën noemen we...
A
Prebiotica
B
Probiotica
C
Antibiotica
D
Semibiotica

Slide 26 - Quiz