21e cours- 30 novembre 2021

1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).
We verstoren de les niet bewust (bijvoorbeeld propjes gooien of schreeuwen door de klas)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Planning et buts
Aan het eind van dit lesuur....
1. Kan je een tekst over ''in vorm blijven'' begrijpen
2. Kan je op drie verschillende manieren een vraag stellen in het Frans







Slide 4 - Slide

Vocabulaire A

Slide 5 - Slide

Au travail
Partie B: lire (onderdeel B, lezen)
Exercice 8bc, 9,10 en 11a (p.25 TB en p.53-55 WB)

Slide 6 - Slide

Vragen maken
3 manieren:
  1. Vraagteken erachter
  2. Est-ce que ervoor
  3. Omdraaien persoonsvorm - onderwerp, met streepje ertussen

Slide 7 - Slide

Poser une question
Met vraagwoord:
- vraagwoord + est-ce que + gewone zin

of (maar die kunnen niet altijd):
- gewone zin + vraagwoord
- vraagwoord + gewone zin
- vraagwoord + omkering onderwerp en persoonsvorm

Slide 8 - Slide

Vraagwoorden
Quand
Wanneer
Combien
Hoeveel
Comment
Hoe
Waar
Pourquoi
Waarom
Qui
Wie
Qu'est-ce que
Wat

Slide 9 - Slide

Maak de juiste combinaties van de vraagwoorden.
wie
wat
waar
wanneer
hoe
hoe veel
combien
qui
qu'est-ce que
quand
comment

Slide 10 - Drag question

Est-ce que tu aimes jouer au foot?
Aimes-tu jouer au foot?
Tu aimes jouer au foot?
Vraagteken einde v/d zin en vragend uitspreken
Omdraaien ond. + ww en koppelteken
Est-ce que begin v/d zin

Slide 11 - Drag question

Maak de onderstaande zin vragend door middel van inversie. Sleep de woorden in de juiste volgorde.

1. Tu es déjà allé dans un pays francophone.
timer
1:00
tu
es
déjà
allé
dans un pays francophone
?
-

Slide 12 - Drag question

Maak de onderstaande zin vragend met behulp van est-ce que. Sleep de woorden in de juiste volgorde.

1. Tu es déjà allé dans un pays francophone.
timer
1:00
est-ce que
tu
es
déjà
allé
dans un pays francophone
?

Slide 13 - Drag question

Au travail
Klassikaal: opdracht 13cd
Individueel of in duo's: opdracht 14 en 15

Slide 14 - Slide

Devoirs
Faire: exercices 13cd,14 en 15
Apprendre: Vocabulaire A+B et Grammaire C

Slide 15 - Slide