AK-periode 3-les 3-Hfst 1-1.1-1.2-1.3-1.4-2.1

1 / 49
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welke trap van de drietrapsstrategie zie je?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Welke trap van de drietrapsstrategie zie je?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Wat zijn de belangrijke criteria bij het vaststellen van veiligheidsnormen per dijkkringgebied? noem drie dingen

Slide 6 - Open question

1- ligging van een gebied ten opzichte van het zeeniveau.
2-  de oppervlakte van het gebied.
3- het aantal inwoners.
4- de waarde van de investeringen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

De grafiek gaat over vormen van waterwinning in Nederland. Welke vorm hoort bij A, B en C

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Waar wordt water gebruikt in de landbouw , de industrie en bij het opwekken van elektriciteit.? Noem een paar voorbeelden .

Slide 11 - Open question

Landbouw: drinkwater voor dieren en als reinigingswater en voor irrigatie.
Industrie:  proceswater (de klei van aardappelen of suikerbieten te wassen)
Elektriciteitscentrales: Koelwater

Slide 12 - Slide

Wat moeten we doen om in de toekomst Nederland van voldoende zoet water te voorzien?

Slide 13 - Open question

1- zuiniger omgaan met zoet water (In perioden van droogte worden huishoudens opgeroepen om zuiniger te zijn met water.)
2- water opslaan voor droge tijden (De landbouw moet zich ook aanpassen, zodat er bij droogte geen problemen ontstaan)
3- prioriteiten stellen waarvoor het water mag worden gebruikt.

Slide 14 - Slide

Waarom moeten we die maatregelen nemen?

Slide 15 - Open question

Door klimaatverandering : krijgen we in de zomer te maken met watertekort omdat er dan  grotere vraag naar water is en minder neerslag en meer verdamping.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Door de zeespiegelstijging en de bodemdaling wordt het steeds lastiger het overtollige rivierwater af te voeren naar zee. Met de lage rivierafvoeren in de zomer neemt het risico op verzilting sterk toe . Waarom?

Slide 18 - Open question

Omdat zout zeewater gemakkelijker kan binnendringen.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

De Haringvlietdam en de Volkerakdam zorgen ervoor dat het water van de Maas niet zo snel de Noordzee in kan stromen. Noem nog twee voordelen van deze dammen

Slide 21 - Open question

Door de dammen is:
1-  er een voorraad zoet water voor het Rijnmondgebied aangelegd 
2- wordt de verzilting van de Nieuwe Waterweg tegengegaan.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Beschrijf wat in de twee kaarten wordt afgebeeld. Vertel ook wat de gevolgen van de maatregelen die je in de kaarten ziet.

Slide 24 - Open question

Bestrijding van stormvloeden en verzilting door kustlijnverkorting door het afsluiten van een deel van de Zuiderzee door middel van de Afsluitdijk (1932 ) 
daardoor is de IJsselmeer ontstaan .
ook  dijken, sluizen, dammen en andere waterkeringen houden water tegen en beschermen ons land zo tegen overstromingen. en verzelting

Slide 25 - Slide

Foto 1

Slide 26 - Slide

Foto 2

Slide 27 - Slide

De regering heeft vastgesteld hoe het zoete water in perioden van droogte moet worden verdeeld. De hoogste prioriteit is veiligheid en het voorkomen van onomkeerbare schade, vooral in veen en kleigebieden. Wat is het verband tussen foto 1 en foto 2 (oorzaak-gevolg)

Slide 28 - Open question

Foto 1 laat zien een veendijk doorbraak vanwege droogte en Fot 2 laat zien dat je de doorbraak kon vorkomen door de veendijk te beregenen in droge tijden.
Doordat de dijk niet beregend is in de zomer (oorzaak)  is de dijk doorgebroken (gevolg)

Slide 29 - Slide

Waar ontspringt de Rijn
A
Spanje
B
Frankrijk
C
Zwitserland
D
België

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Vragen?

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Welke rivier is de grootste in Nederland
A
De Maas
B
De Eems
C
De Schelde
D
De Rijn

Slide 34 - Quiz

Een rivier met alle zijrivieren en vertakkingen die deel uitmaken van hetzelfde stroomgebied. Welk begrip hoort hierbij?
A
Stroomgebied
B
Waterscheiding
C
Stroomstelsel

Slide 35 - Quiz

Welke rivier is een gemengde rivier?
A
De Maas
B
De Eems
C
De Schelde
D
De Rijn

Slide 36 - Quiz

Wat wijzen de pijlen aan :

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Slide

Frankrijk
De Alpen in Zwitserland
De Rijn
De Maas
stroomgebied: 185.000 m3
Gemengde rivier
Regen rivier
1320 km
Waal, Pannerdens kanaal
Stroomgebied= 36000m3
925 km

Slide 39 - Drag question

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Vragen?

Slide 45 - Slide

Maken: 2.1
opdracht 2
opdracht 4
opdracht 5
opdracht 6
opdracht 7 
opdracht 10

Slide 46 - Slide

Opdrachten bespreken
Let op! Wat niet af is, is huiswerk.

Slide 47 - Slide

Volgende les:
Hfst 2: Nederland rivierland/ 2.2:onbeheerste rivieren.

Slide 48 - Slide

Verdieping
Maken: p31/ opdracht 11
BeKijk op p35  het leeroverzicht en kijk of je de antwoorden kunt vinden, dan wat je dat je genoeg geleerd hebt.
Bekijk de begrippen op pagina 36  
Maak de examentraining

Slide 49 - Slide