Klas 2B3 Lesweek 35- Les 1

Kapitel 8: Aussehen
Achtung:
Handy in je tas.
Auf deinem Tisch liegen:
dein Buch, dein Heft, dein Etui und dein Laptop

1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Kapitel 8: Aussehen
Achtung:
Handy in je tas.
Auf deinem Tisch liegen:
dein Buch, dein Heft, dein Etui und dein Laptop

Slide 1 - Slide

Was mache ich heute?
- Achtung!

- Hausaufgaben checken

- Slim Stampen

- Sprechen -> Wer ist es?

- die Stunde beenden

Slide 2 - Slide

Was lerne ich heute?




• Ich weiß wie gut ich Kapitel 8 schon kenne.

• Ich kann Fragen stellen und Antworten geben zum Thema Aussehen.

Slide 3 - Slide

Was weißt du schon? 
Lernliste N - D / 3 woorden per persoon

Goed geleerd? Haribo!
Niet goed genoeg geleerd? 

Na schooltijd de Lernliste N - D 3 keer (netjes) overschrijven
Inleveren bij mij in lokaal 1.05.

Slide 4 - Slide

Achtung! (let op!)
Freitag 24. Mai
  • Comic Aufgabe inleveren

  • SO Kapitel 8
Lernliste N-D
Lernliste D-N
Grammatik

Slide 5 - Slide

Hausaufgaben 
Eslia, Ashley, Jens, Amber

Afmaken Oefentoets via Neue Kontakte online 

Extra opdracht  -> Maak Aufgabe 18 en schrijf de antwoorden in je schrift (zie bijlage). 
Let op! Heb je de oefentoets en de extra opdracht niet (goed) gemaakt, dan kom je woensdag na schooltijd om 1 lesuur lang opdrachten te maken.


Slide 6 - Slide

Slim Stampen
Ga naar Neue Kontakte online (via SOM) / Kapitel 8 / Slim Stampen.

Je krijgt 2 minuten om in te loggen.
Alleen "Neue Kontakte" online staat open
timer
2:00

Slide 7 - Slide

Slim Stampen
Scrol naar beneden en kies voor D-N of N-D (overhoren)

Je maakt de oefening eerst zonder boek. 
Lukt het nog helemaal niet. Stoppen!
Ga oefenen met de Lernliste D - N of N - D.
Is de tijd voorbij? Laptop dicht en in je tas.
timer
10:00

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Sprechen
BK Buch
Seite 82 Aufgabe 32
Wir sprechen zusammen




Slide 10 - Slide

Sprechen
Wer ist es?
Benodigdheden: Deutschbuch, Papier met personen

1. Docent neemt 1 persoon in gedachten.

2. Door vragen te stellen, probeer je erachter te komen wie deze persoon is. Docent mag alleen met ja / nein antwoorden.

3. Denk je te weten wie het is? Vinger opsteken (NIET door de klas roepen). Je zegt dan: Ist es .......?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wer ist als erster dran?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide