Duitse Taalvaardigheid - Woordenschat en Uitspraak

Duitse Taalvaardigheid - Woordenschat en Uitspraak
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Duitse Taalvaardigheid - Woordenschat en Uitspraak

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je Duitse woordenschat en uitspraak toepassen.

Slide 2 - Slide

Woordjes
Duits - Nederlands

- der Apfel - de appel
- das Haus - het huis
- die Katze - de kat
- der Hund - de hond

Slide 3 - Slide

Hebben
Ich habe - ik heb 
Du hast - jij hebt 
Er/sie/es hat - hij/zij/het heeft 
Wir haben - wij hebben 
Ihr habt - jullie hebben 
Sie haben - zij hebben
Gehabt

Slide 4 - Slide

Zijn
Ich bin - ik ben 
Du bist - jij bent 
Er/sie/es ist - hij/zij/het is 
Wir sind - wij zijn 
Ihr seid - jullie zijn 
Sie sind - zij zijn
Gewesen

Slide 5 - Slide

Getallen 1 t/m 20
1 - eins 
2 - zwei 
3 - drei 
4 - vier 
5 - fünf 
6 - sechs 
7 - sieben 
8 - acht 
9 - neun 
10 - zehn 
11 - elf 
12 - zwölf 
13 - dreizehn 
14 - vierzehn 

15 - fünfzehn
16 - sechzehn
17 - siebzehn 
18 - achtzehn 
19 - neunzehn 20 - zwanzig

Slide 6 - Slide

Uitspraak van speciale letters
ä - als 'e' in 'bed' 
a - als 'a' in 'huis' 
u - als 'oe' in 'poes' 
ü - als 'eu' in 'leuk' 
ö - als 'eu' in 'deur' 
o - als 'o' in 'pot' 
e - als 'e' in 'met' 

ß - als 's' in 'straat' eu - als 'oi' in 'mooi'

Slide 7 - Slide

Hoe wordt 14 geschreven in het Duits?
A
achtzehn
B
dreizehn
C
vierzehn
D
fünfzehn

Slide 8 - Quiz

Wat is het Duitse woord voor 'de kat'?
A
die Katze
B
das Pferd
C
der Hund
D
der Vogel

Slide 9 - Quiz

Wat is het Duitse woord voor 5?
A
fünf
B
vier
C
zehn
D
zwanzig

Slide 10 - Quiz

Hoe zeg je 'jij bent' in het Duits?
A
Du bist
B
Er ist
C
Sie sind
D
Ich bin

Slide 11 - Quiz

Hoe zeg je 'wij hebben' in het Duits?
A
Wir haben
B
Wir nicht haben
C
Wir haben nicht
D
Wir hat

Slide 12 - Quiz

Welk getal wordt in het Duits als 'neunzehn' geschreven?
A
19
B
20
C
16
D
12

Slide 13 - Quiz

Wat is het Duitse woord voor '8'?
A
Elf
B
Sieben
C
Acht
D
Vier

Slide 14 - Quiz

Hoe spreek je de letter 'ä' uit in het Duits?
A
Als 'ie'
B
Als 'aa'
C
Als 'oo'
D
Als 'e'

Slide 15 - Quiz

Hoe spreek je de letter 'ü' uit in het Duits?
A
Als 'oo'
B
Als 'ee'
C
Als 'eu'
D
Als 'ie'

Slide 16 - Quiz

Hoe spreek je de letter 'ß' uit in het Duits?
A
Als 'tsz'
B
Als 'z'
C
Als scherpe 's'
D
Als 'sh'

Slide 17 - Quiz

Hoe spreek je de 'eu' uit in het Duits?
A
oo
B
oi
C
aa
D
ee

Slide 18 - Quiz