2.4 De celkern

2.4 De Celkern
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.4 De Celkern

Slide 1 - Slide

Leerdoel.
Hoe kan het dat je op je ouders lijkt? 
Het antwoord ligt in de celkern. 

Aan het einde van de toets weet je wat chromosomen zijn en doen. 

Slide 2 - Slide

Een plantaardige cel bezit bladgroenkorrels
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quiz


Een dierlijke cel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern -GEEN celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 4 - Quiz


Is dit een plantaardige cel of een dierlijke cel?

A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel

Slide 5 - Quiz

Celkern
Alle cellen van planten en dieren hebben een celkern. De celkern regelt wat er in de cel gebeurt. In de celkern liggen chromosomen. Dit zijn lange, dunne draden. Mensen hebben in elke celkern 46 chromosomen.

Chromosomen kun je niet zien, behalve als een cel zich gaat delen. Dan worden de chromosomen korter en dikker. Je kunt ze dan zien onder een microscoop.

Slide 6 - Slide

Erfelijke eigenschappen
Chromosomen zijn gemaakt van DNA. Hierop staan de erfelijke eigenschappen. 
Dit zijn lichamelijke en geestelijke eigenschappen die je van je ouders krijgt. 

Slide 7 - Slide

Karyogram
46 chromosomen; 23 paren
De laatste twee chromosomen in het karyogram zijn de geslachts-chromosomen.
De geslachtschromosomen van een vrouw bestaan uit twee X-chromosomen.
Een man heeft één X-chromosoom en één Y-chromosoom.

Slide 8 - Slide

DNA
  • Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA.
  • DNA=informatie voor al je erfelijke eigenschappen.
  • Een gen is een stukje DNA.
  • Cellen gebruiken alleen de genen die ze nodig hebben.

Uitlegvideo hierna voor het grote overzicht toegevoegd.

Slide 9 - Slide

DNA
DNA

Slide 10 - Slide

Geslacht
  • Het 23e chromosomenpaar noemen we de geslachtschromosomen. 
  • Deze chromosomen bepalen of je een meisje of jongen wordt. 
  • Vrouwen kunnen alleen een X chromosoom doorgeven
  • Mannen kunnen een X of een Y chromosoom doorgeven

Slide 11 - Slide

Aan de slag:
Maken opdracht 1 t/m 7

Slide 12 - Slide