Winterquiz

Winterquiz
1 / 15
next
Slide 1: Slide
InformatievaardighedenBasisschoolGroep 3,4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Winterquiz

Slide 1 - Slide

In welke maanden is het winter?
A
Januari en februari
B
December, januari, februari en maart
C
December, januari en februari
D
Januari, februari, maart, april en mei

Slide 2 - Quiz

Hoe dik moet ijs zijn om er veilig op te kunnen schaatsen?
A
12 centimeter
B
5 centimeter
C
1 meter
D
6 centimeter

Slide 3 - Quiz

Wat stopten mensen vroeger onder hun jas om warm te blijven?
A
Sokken
B
Kussens
C
Handdoeken
D
Kranten

Slide 4 - Quiz

Welk dier houdt geen winterslaap?
A
Egel
B
Vleermuis
C
Hamster
D
Wasbeer

Slide 5 - Quiz

Veel vogels overwinteren in warmere landen. Hoe noemen we deze vogels?
A
Wintervogels
B
Warmte-vogels
C
Trekvogels
D
Zomervogels

Slide 6 - Quiz

Wat is een andere naam voor erwtensoep?
A
Groene soep
B
Snert
C
Prut
D
Flodder

Slide 7 - Quiz

Welk dier leeft er niet op de Noordpool?
A
IJsbeer
B
Sneeuwuil
C
Orka
D
Pinguïn

Slide 8 - Quiz

Wat gebeurt er tijdens de winterslaap van een dier?
A
Het hart van het dier klopt niet meer
B
De ademhaling van het dier gaat sneller om warm te blijven
C
De temperatuur van het dier daalt naar bijna nul graden

Slide 9 - Quiz

Wat is ijzel?
A
Bevroren regen
B
Regen die bevriest op de grond
C
Een ander woord voor hagel
D
Sneeuw

Slide 10 - Quiz

Wat is de bekendste schaatswedstrijd in Nederland?
A
De Olympische Spelen
B
De Elfstedentocht
C
De Elfdorpentocht
D
Regiowedstrijd West

Slide 11 - Quiz

In welke provincie wordt de Elfstedentocht gehouden?
A
Friesland
B
Gelderland
C
Zuid-Holland
D
Zeeland

Slide 12 - Quiz

Op welke datum begint de winter?
A
1 januari
B
1 december
C
21 december
D
31 december

Slide 13 - Quiz

Wat gebeurt er met de klok als de wintertijd ingaat?
A
De klok gaat 2 uur vooruit
B
De klok gaat 1 uur vooruit
C
De tijd blijft hetzelfde
D
De klok gaat 1 uur terug

Slide 14 - Quiz

IJsschots
Wak
Iglo
Gletsjer

Slide 15 - Drag question