Thema wonen wat weet jij?

Wonen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsVoortgezet speciaal onderwijsLeerjaar 1,2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wonen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 3 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:

  1. Vooraf:
    Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen

  2. Instructie:
    Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen

  3. Toepassing:
    Actieve verwerking, Formatief handelen 

  4. Evaluatie:
    Afsluiting

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les ...
  •  kan ik antwoord geven op de quizvragen.
  • weet ik woorden van het thema "wonen"..

Slide 5 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Oefening
Je gaat antwoord geven op de volgende quizvragen.

Eens kijken wat jullie weten van het thema "wonen"..

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent: huren?
A
Iets tegen betaling lenen.
B
Je moet meteen alles betalen.
C
Je mag iets gratis lenen.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Een legitimatiebewijs is:
A
klantenkaart
B
schoolpasje
C
rijbewijs
D
ov-chipkaart

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Een ander woord voor pand is...
A
voertuigen
B
gebouw
C
woonplaats

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is privacy?
A
Alleen kunnen zijn, zonder gestoord te worden.
B
Dat is een wet.
C
Ergens anders willen zijn.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Ik woon in de Randstad betekent..
A
Ik woon in een dorp.
B
Ik woon in Nederland.
C
Ik woon in een grote stad.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Een woning die een deel is van een groter gebouw.
A
de flat
B
het pand
C
het appartement
D
de boerderij

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Een gebied dat buiten de stad ligt, waar vaak boerderijen zijn.
A
het scheve land
B
het bolle land
C
het platteland
D
het rechte land

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Het midden van een stad of dorp, de binnenstad heet:

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Wat is een legitimatiebewijs?
Leg uit of geef een voorbeeld.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Een klein deel van een stad of dorp. Meestal maar een paar straten.
A
buurt
B
gemeente
C
centrum

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is inschrijven?
A
Een brief aan je vriend sturen.
B
Je ergens officieel voor aanmelden.
C
Iets noteren.
D
Een pen of potlood gebruiken.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

De gemeente is...
A
een gebied dat door een burgemeester wordt geleid.
B
een grote tuin waar iedereen mag komen.
C
het midden van een stad of dorp, de binnenstad.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een park?
A
Een grote tuin waar iedereen mag komen.
B
Een gebouw waar auto's kunnen staan.
C
Een plek waar boerderijen staan.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Welke woorden heb je vandaag geleerd?

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

Ga verder met je maquette
Dorp of stad?

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions