2.1 De atmosfeer: een omhulsel van gas

2.1 Wereldwijde luchstromen

Klimaatvraagstukken
H2 Het Klimaatsysteem en landschappen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.1 Wereldwijde luchstromen

Klimaatvraagstukken
H2 Het Klimaatsysteem en landschappen

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  • Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
  • Wat is de samenstelling en de opbouw van de atmosfeer?
  • Waardoor zijn er variaties in de stralingsbalans?

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

Slide 3 - Slide

Weer: temperatuur en neerslag nu

Klimaat: gemiddelde temperatuur en neerslag over 30 jaar

Slide 4 - Slide

Het klimaat
Onderdeel van systeem aarde

de sferen:
  • atmosfeer: lucht
  • hydrosfeer: water
  • lithosfeer: gesteente
  • biosfeer: leven

Slide 5 - Slide

De atmosfeer
Dampkring
Lucht om de aarde
zwaartekracht houdt de gassen bij de aarde

Zorgt dat op de aarde te leven is

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

De Atmosfeer
4 lagen:
troposfeer
stratosfeer (ozonlaag)
mesosfeer
thermosfeer

Temperatuurafname en -toename wisselen elkaar af
Afnemende druk

Slide 9 - Slide

Gat in de Ozonlaag

In de stratosfeer zit een grote hoeveelheid Ozongas.

Dat ozongas zorgt voor filtering van UVstraling
-> wordt aangetast door drijfgassen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Stralingsbalans
De balans tussen inkomende en uitgaande straling

  • Zonnestralen bereiken de atmosfeer
- daar worden ze deels teruggekaatst, deel geabsorbeerd

  • Zonnestralen bereiken het aardoppervlak
- daar worden ze deels teruggekaatst, deels geabsorbeerd

Slide 12 - Slide

Stralingsbalans
47% bereikt het aardoppervlak

  • Wordt omgezet in warmte
  • Wordt uitgestraald als langgolvige stralen
  • Een deel van de warmte verlaat de atmosfeer, een deel wordt weer teruggekaatst. Uiteindelijk verlaat alle warmte de atmosfeer. 
  • De broeikasgassen zorgen ervoor dat de warmte de atmosfeer met vertraging verlaat door de warmte vast te houden. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Variaties
1. Breedteligging
(hoe hoger de breedte, hoe minder energie)
2. Albedo 
(hoe meer weerkaatsing, hoe minder opwarming)
3. Gesteldheid oppervlak
(variaties bij land groter dan bij water)

Slide 15 - Slide

Opdrachten
Hoofdstuk 3
§ 1
Opdr. 2 t/m 8 & 10

Slide 16 - Slide