What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
"Naar" auf Deutsch
Was machst du am liebsten?
in Belgien bleiben
ins Ausland fahren
1 / 28
next
Slide 1:
Poll
Duits
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 5
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Was machst du am liebsten?
in Belgien bleiben
ins Ausland fahren
Slide 1 - Poll
Was machst du am liebsten?
faulenzen
aktiv sein
Slide 2 - Poll
Was machst du am liebsten?
auf eine Party gehen
auf ein Musikfestival gehen
Slide 3 - Poll
Was machst du am liebsten?
am Strand liegen
am Pool liegen
Slide 4 - Poll
Was machst du am liebsten?
in einen Schnellimbiss essen
ins Restaurant gehen
Slide 5 - Poll
Was machst du am liebsten?
mehrere Tagesausflüge machen
eine Reise machen
Slide 6 - Poll
Was machst du am liebsten?
früh aufstehen
bis zum Mittag im Bett liegen
Slide 7 - Poll
Was machst du am liebsten?
eine Kirche besuchen
ein Museum besuchen
Slide 8 - Poll
Was machst du am liebsten?
ins Kino gehen
zu Hause fernsehen
Slide 9 - Poll
Was machst du am liebsten?
an den Nordsee Urlaub machen
in den Ardennen Urlaub machen
Slide 10 - Poll
Was machst du am liebsten?
eine Städtereise machen
eine Naturwanderung machen
Slide 11 - Poll
Was machst du am liebsten?
mit dem Flugzeug reisen
mit dem Auto reisen
Slide 12 - Poll
Was machst du am liebsten?
in einem Hotel wohnen
zelten
Slide 13 - Poll
Was machst du am liebsten?
in den Norden reisen
in den Süden reisen
Slide 14 - Poll
Was machst du am liebsten?
Hamburger und Pommes essen
lokale Spezialitäten ausprobieren
Slide 15 - Poll
Was machst du am liebsten?
viel sehen und herumlaufen
im Hotel bleiben
Slide 16 - Poll
S. 24
Trage die Reiseziele in die Tabelle ein. Achte auf die Präpositionen.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Welche Frage beantworten sie?
Wohin gehst du?
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Na elk
voorzetsel
volgt een bepaalde
naamval
.
Naamvallen
zorgen ervoor dat woorden (voornaamwoorden, lidwoorden)
van vorm veranderen.
--> een andere uitgang
mit = + Dativ
vor = + Dativ
nach = + Dativ
in = Wechselpräposition
plaats --> antwoord op wo?
--> Dativ
beweging --> antwoord op vraag wohin?
--> Akkusativ
Slide 22 - Slide
Drie naamvallen:
- Nominativ
- Dativ
- Akkusativ
Naamval kan worden bepaald door:
- Vast voorzetsel
- Vast werkwoord
- Functie in de zin (O, LV, MV, NWD)
Slide 23 - Slide
Der bestimmte Artikel
Der unbestimmte Artikel
Fall
M
W
S
PL
NOM
AKK
DAT
Fall
M
W
S
PL
NOM
AKK
DAT
das
das
dem
dem
den
den
der
der
die
die
die
die
ein
ein
ein
eine
eine
eine
eine
einem
einem
einen
einen
einer
Slide 24 - Drag question
Bestimmt Artikel
Unbestimmt Artikel
M
W
S
PL
NOM
der
die
das
die
AKK
den
die
das
die
DAT
dem
der
dem
den
M
W
S
PL
NOM
ein
eine
ein
eine
AKK
einen
eine
ein
eine
DAT
einem
einer
einem
einen
Slide 25 - Slide
Naar (voorzetsel)
5 verschillende vertalingen
-
nach
(voorlopig geen naamval)
-
in
(+ akk - beweging)
-
an
(+ akk - beweging)
-
auf
(+ akk - beweging)
-
zu
(+ dat)
- zu (+ dat)
Slide 26 - Slide
nach
- steden en landen zonder lidwoord (1)
- bijwoorden van plaats (2)
- "naar huis" (3)
in
- landen met lidwoord (4)
- gebouwen waar je even blijft (5)
- bergen en windrichtingen (6)
an
- alles wat te maken heeft met water (7)
auf
- "naar een feest of festival gaan" (8)
zu
- mensen (9)
- gebouwen waar je (normaal) niet blijft (10)
- "naar school" (11)
Wir fahren diese Sommer
... die Berge.
Heute Abend gehe ich
... meinem Freund.
Jeden Sommer fahren
wir ... Meer.
Kommst du heute spät ... Hause?
Ich gehe gern ... eine Party.
Er fährt mit dem Fahrrad ... Bahnhof.
Slide 27 - Drag question
nach
- steden en landen zonder lidwoord (1)
- bijwoorden van plaats (2)
- "naar huis" (3)
in
- landen met lidwoord (4)
- gebouwen waar je even blijft (5)
- bergen en windrichtingen (6)
an
- alles wat te maken heeft met water (7)
auf
- "naar een feest of festival gaan" (8)
zu
- mensen (9)
- gebouwen waar je (normaal) niet blijft (10)
- "naar school" (11)
Wann gehen wir mal ... Berlin?
Heute Abend gehen wir ... Kino.
Biegen Sie an der Kreuzung ... links ab.
Letztes Jahr sind wir ... die Schweiz gefahren
Morgens gehe ich mit dem Bus ... Schule.
Slide 28 - Drag question
More lessons like this
De Voorzetsels naar, door & voor in het Duits
March 2024
- Lesson with
43 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Maandag 18.03.24
March 2024
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Woche 11 - 8mh
November 2023
- Lesson with
32 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Anne Frank, das Hinterhaus
September 2022
- Lesson with
13 slides
by
Anne Frank House
History
Secondary Education
Primary Education
Age 11-13
Anne Frank House
16.03.2021 V3b
March 2021
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
2022_week43_2vx_les1_Wörterliste 6 herhaling modale hulpwerkwoorden
October 2022
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Dinsdag 19.03.24
March 2024
- Lesson with
54 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3H/V Naamvallen en voorzetsels
March 2022
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3