stoma en wondzorg

stoma en wondzorg
1 / 21
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

stoma en wondzorg

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Bij welk stoma gebruik je dit stomazakje? Zie afbeelding.
A
Colostoma
B
Urostoma
C
Ileostoma
D
Tracheastoma

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan een reden zijn voor stoma?
A
Darmpoliepen, Darmontsteking
B
Alvleesklierontsteking
C
Maagaandoening
D
Blaas/ darmkanker

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Als de huid rondom een stoma geïrriteerd is dan kan je beter een eendelig stomasysteem gebruiken.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Veel stoma's worden tijdelijk aangelegd.

Vraag:
Wanneer wordt een stoma definitief aangelegd?
A
Als de darmen moeten herstellen na een operatie
B
Na het verwijderen van een stuk dunne darm
C
Als de hele dikke darm verwijderd is

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welk soort stoma is geschikt voor continent stoma
A
urostoma
B
ileostoma
C
colonstoma

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Bij dit stoma zie je een
kapotte huid rondom de
stoma,hoe onstaat het?

A
niet schoongemaakt stoma
B
plakresten vergeten
C
te groot geknipte opening in de huidplaat
D
spanning op de stoma

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

wat zijn de kenmerken van een stoma?
A
een stoma is rood van kleur.
B
een stoma voelt droog aan
C
een stoma steekt 10 cm boven de buikrand uit
D
de stoma heeft een kubus vorm

Slide 8 - Quiz

een stoma is rood van kleur.
een stoma voelt vochtig aan
een stoma steekt 1 à 2 cm boven de buikwand uit.
een stoma heeft een
 ronde of ovale vorm

Een dubbelloops stoma is vaak een tijdelijk stoma met twee openingen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen indicatie voor een stoma?
A
Darmkanker
B
Ziekte van Crohn
C
Ziekte van Parkinson
D
Dwarslaesie

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is dit voor een stoma?
A
enkelloops ileostoma
B
enkelloops urostoma
C
dubbelloops ileostoma
D
dubbelloops urostoma

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Een eindstandig stoma is vaak een blijvende stoma
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke disciplines kn je betrekken bij wondzorg
A
wondverpleegkundige
B
fysiotherapie
C
ergotherapie
D
diëtiste

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke aandachtspunten neem je in acht tijdens een wondzorg
A
werk van schoon naar vuil
B
verwissel het verband niet vaker dan nodig is
C
herken infectietekens
D
rapporteer je bevindingen en maak een verslag

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Behandeling van een arterieel ulcus bestaat uit: oorzaak behandelen, wondzorg, steunkousen/compressietherapie
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekend TIME in de wondzorg?
A
Tijd, Investering, Mogelijkheden, Effect
B
Tissue, Infection, Moisture, Edges
C
Type, Irritatie, Middelen, Ernst
D
Toepassen, Inleven, Meten, Ervaren

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Het doel van iemand laten bewegen bij wondzorg is
A
bevorderen van de doorbloeding
B
afvallen
C
verbeteren van coördinatie
D
soepelere gewrichten

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Stel dat een patiënt pijn heeft aan een wond, dan geef je pijnmedicatie
A
tijdens de wondzorg, dan hoef je de patiënt maar 1 keer te storen
B
voor de wondzorg zodat de medicatie kan inwerken
C
na de wondzorg,

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Leidt virtual reality tot vermindering van pijn tijdens wondzorg?
A
Ja!
B
Nee!

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is belangrijk bij het uitvoeren van wondzorg
A
Hygiënisch werken
B
Steriel werken

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

wat is een Ileo stoma
A
stoma van de blaas
B
stoma van de dunne darm
C
stoma van de dikke darm
D
continent stoma

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions