Woordsoorten

Woordenschat
Nakijken blz. 140
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenschat
Nakijken blz. 140

Slide 1 - Slide

Woordsoorten
- werkwoord (ww)
- lidwoord (lw)
- zelfstandig naamwoord (zn)
- bijvoeglijk naamwoord (bn)
- voorzetsel (vz)

Slide 2 - Slide

Wat is een werkwoord?

Slide 3 - Open question

Werkwoord (ww)
- zegt wat iets of iemand doet of overkomt
- kan in verschillende vormen voorkomen

loop / loopt / lopen / liep / liepen / gelopen

Slide 4 - Slide

Wat is een lidwoord?

Slide 5 - Open question

Lidwoord (lw)

de
het
een

Slide 6 - Slide

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 7 - Open question

Zelfstandig naamwoord (zn)
- kun je vaak een lidwoord voor zetten
- namen

fiets, Hengelo, fietsbelletje, gebeurtenissen

Slide 8 - Slide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 9 - Open question

Bijvoeglijk naamwoord (bn)
- vertelt iets over het zelfstandig naamwoord
de rode auto

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord:
- zegt waarvan iets gemaakt is
de zilveren ring

Slide 10 - Slide

Wat is een voorzetsel?

Slide 11 - Open question

Voorzetsel (vz)
- kastwoorden (plaats)
in, op, etc.


- feestwoorden (tijd)
na, tijdens, etc.

Slide 12 - Slide


Marieke kwam vrijdag met paars haar op school.
A
bn - zn - lw
B
bn - zn - vz
C
zn - bn - lw
D
zn - bn - vz

Slide 13 - Quiz


Veel mensen kopen langspeelpla-ten, maar ik vind ze ouderwets.
A
zn - ww - bn
B
zn - ww - zn
C
ww - zn - bn
D
ww - zn - zn

Slide 14 - Quiz


In mijn zijden bloesje zit een scheur.
A
lw - bn - zn
B
vz - sbn - zn
C
vz - bn - zn
D
lw - sbn - zn

Slide 15 - Quiz

Aan de slag

Maak het werkblad!

Slide 16 - Slide