WSS P6 interferentie
1 / 12
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat moet ik morgen in de les herhalen van al het voorgaande huiswerk?
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Video
Slide 6 - Slide
Constructieve Interferentie
Destructieve Interferentie
versterken
maximum
in fase
Δϕr = 0
knoop
Δϕr = ½
buik
minimum
tegenfase
verzwakken
Slide 7 - Drag question
Zie de figuur met twee identieke speakers hiernaast.
De stippellijnen stellen de 'dalen' en de vaste lijnen de 'bergen' van de individuele golven voor.
Twee stellingen.
I. De met de dubbele pijl aangegeven afstand is gelijk aan één golflengte.
II. Op punt A is het geluid zwakker dan op punt B.
De stippellijnen stellen de 'dalen' en de vaste lijnen de 'bergen' van de individuele golven voor.
Twee stellingen.
I. De met de dubbele pijl aangegeven afstand is gelijk aan één golflengte.
II. Op punt A is het geluid zwakker dan op punt B.
A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar.
Stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar.
Stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.
Slide 8 - Quiz
Zie de figuur met twee identieke speakers hiernaast.
De stippellijnen stellen de 'dalen' en de vaste lijnen de 'bergen' van de individuele golven voor.
Twee stellingen.
I. In punt A geldt dat het faseverschil tussen de golven uit beide speakers gelijk is aan 0.
II. In punt B geldt dat het faseverschil tussen de beide speakers gelijk is aan ½.
De stippellijnen stellen de 'dalen' en de vaste lijnen de 'bergen' van de individuele golven voor.
Twee stellingen.
I. In punt A geldt dat het faseverschil tussen de golven uit beide speakers gelijk is aan 0.
II. In punt B geldt dat het faseverschil tussen de beide speakers gelijk is aan ½.
A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar.
Stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar.
Stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.
Slide 9 - Quiz
Twee identieke speakers staan op een afstand van
1,6 m van elkaar. Jij staat precies 3,0 m loodrecht voor één van de speakers. (Zie de figuur, niet op schaal!)
Het is 20 °C en de speakers geven een toon van 2,14 kHz. Leg uit of je een versterking, een verzwakking of geen van beiden waarneemt.
1,6 m van elkaar. Jij staat precies 3,0 m loodrecht voor één van de speakers. (Zie de figuur, niet op schaal!)
Het is 20 °C en de speakers geven een toon van 2,14 kHz. Leg uit of je een versterking, een verzwakking of geen van beiden waarneemt.
Slide 10 - Open question
Heb je nog een vraag over interferentie? (Of over iets anders?)
