Mening geven

Mening geven
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 200 min

Items in this lesson

Mening geven

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag

Een mening geven, hoe doe je dat?



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is een mening?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Mening
Je zegt wat je vindt of wat je denkt.
Wat vind je van elke dag hamburgers eten?
Ik vind dat niet goed.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waarom?
Je kan vragen waarom iemand een bepaalde mening heeft.
Waarom vind jij elke dag hamburgers eten niet goed?
Omdat het ongezond is. (reden)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Ik vind de leerlingen van de groene klas heel leuk.
Is dit een mening?
A
Ja
B
Nee
C
vandaag niet
D
vandaag wel

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Er zitten 12 leerlingen in deze klas.
Is dit een mening?
A
ja
B
nee
C
alleen als ze klein zijn
D
alleen als ze lang zijn

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions



Feit:
Een feit is waar of niet waar. Je kunt dit controleren.

Mening: Wat iemand vindt. Je bent het eens of oneens



Feit, mening en argument

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Mening
Feit
Iets wat iemand vindt of denkt. Kan bij andere personen anders zijn.


 
Voorbeelden:
- Ik vind hem lief
- Ik vind het erg warm vandaag
- Het feest is saai
Iets dat zo is, het staat vast. Je kan het niet veranderen.


Voorbeelden:
- Het is vandaag 11 graden
- Veel suiker eten is ongezond
- Brussel is de hoofdstad van België

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Feiten vs Meningen
Feiten zijn controleerbaar. 
Een mening is iets persoonlijk. Je kunt het ermee eens zijn. Of niet ...
  1.  Ik ben moe. 
  2.  Ik het het koud. 
  3.  Faza is een meisje. 
  4.  Brussel is de hoofdstad van België. 
  5. Lezen is leuk. 

Slide 10 - Slide

Laat de leerlingen ook voorbeelden bedenken van feiten en meningen.

Op de dia's hierna geven de leerlingen aan of een uitspraak een feit of mening is.

Bron: ‘Vlot Nederlands’ van Fros van der Maden (Edutekst 2018/2019). p. 26.

Chocolade ijs is het lekkerste ijs.
Is dit een mening?
A
ja
B
nee
C
alleen als je chocolade ijs lekker vindt
D
alleen als je vanille ijs lekker vindt

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat vind jij van roken?

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

Waarom vind je dat?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Wat vind jij van België?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Waarom vind jij dat?

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

Omdat
Omdat gebruik je om een reden aan te geven.
Voor omdat moet altijd een komma (,).
Ik ga naar school, omdat ik Nederlands wil leren.
Ik heb een trui aan, omdat ik het koud heb.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Oefeningen maken met je mening geven.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat vind je van pizza met ananas?

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Wat vind je van de winter?

Slide 19 - Mind map

This item has no instructions

Kun je nu je mening geven?

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions